Kinderen en tieners

Kinderen en tieners

Een kind is al een seksueel wezen vanaf de geboorte. Alle zuigelingen zijn in staat een bepaalde elementaire seksuele respons te hebben en kunnen al enig erotisch gevoel hebben. Aanvankelijk is hun seksualiteit nog tamelijk vaag, maar naarmate ze ouder worden, neemt de seksualiteit in duidelijkheid toe. Sommige kinderen beginnen al jong te masturberen en hebben al vroeg seksuele contacten. Worden de seksuele spelletjes in de kinderjaren niet van buitenaf tegengegaan, dan worden ze voortgezet totdat de seksuele gevoelens aan het begin van de puberteit vrij plotseling sterk in hevigheid toenemen. Tieners hebben een groot seksueel reactievermogen, hoewel dat reactievermogen in onze cultuur bij jongens soms wat eerder en duidelijker tot ontwikkeling komt dan bij meisjes. (Zie ‘De ontwikkeling van seksueel gedrag’).

Maar in onze moderne, westerse beschaving hebben jonge mensen geen recht op seksuele bevrediging. In de afgelopen eeuwen is eerst de kindertijd en vervolgens de puberteit tot een speciale, beschermde levensperiode gemaakt waarin men seksuele activiteit ‘onnatuurlijk’ of gevaarlijk vindt. In Europa en Amerika blijven de meeste mannen en vrouwen daarom seksueel gefrustreerd tot het moment dat zij kunnen gaan trouwen of samenwonen, in de meeste gevallen houdt dat in dat zij dan al een heel eind in de twintig zijn. Erger nog: zij worden stelselmatig van hun eigen lichaam vervreemd en men indoctrineert hen met rigide ideeën, zodat zij zich emotioneel onvoldoende kunnen ontplooien. Het gevolg is dat velen van hen ten aanzien van sex opgroeien tot ongevoelige, onverdraagzame en conformistisch denkende mensen. Hun erotische vermogens blijven onderontwikkeld en ongecultiveerd. Die negatieve conditionering begint al in de wieg, als moeders die hun kind de borst geven hierbij hun lustgevoel wegdrukken, en gaat door als kinderen nooit de gelegenheid krijgen om volledig huidcontact te hebben en eens naakt te zijn, maar altijd in luiers en kleertjes gestoken zijn en in dekentjes worden gepakt. De schade wordt vergroot door een strak dagprogramma, streng zindelijk maken, het weghouden van informatie over seksualiteit, het straffen van masturberen, en het tegengaan van verkennende seksuele spelletjes met andere kinderen. Door dit soort directe en indirecte druk van buitenaf lukt het vaak om alle seksuele belangstelling bij een kind te doden. Dat leidt tot verlies van belangrijke eerste herinneringen en heeft een lange ‘latentieperiode’ tot gevolg (psychoanalytici schrijven deze ontwikkeling toe aan het ‘Oedipale conflict’).

Hierna komt de puberteit als een onverwachte en onplezierige proeftijd. Het plotseling beginnen van de menstruatie bij meisjes, meer erecties en de eerste ejaculaties bij jongens, werden vroeger vaak als ziekteverschijnselen beschouwd. Het gebrek aan seksuele feitenkennis kan dus tot angst en onzekerheid leiden. Maar ook al is de feitenkennis wel groot genoeg dan blijft één probleem toch onopgelost: het sterk toegenomen seksuele vermogen van tieners kan niet in praktijk worden gebracht. Ook al worden de meeste tieners van tegenwoordig voorgelicht, zij krijgen tegelijk te horen dat er voor hen van een regelmatig seksueel contact nog geen sprake kan zijn. Zij moeten het daarom hebben van masturberen en verschillende manieren van vrijen, maar zelfs dat is vaak niet gewenst en wordt soms nog zondig, ongezond of onvolwassen genoemd.

Dit alles heeft voor het emotionele en morele klimaat van onze samenleving zeer ernstige consequenties. Tenslotte is ongeveer 40% van de bevolking wel geslachtsrijp maar niet getrouwd. Omdat onze officiële moraal voor de seksuele behoeften van die mensen geen mogelijkheden biedt, ontstaat er in ons midden heel wat vijandigheid, wrok en geweld. Vele jongeren komen openlijk in verzet of worden ‘drop-outs’ van de gevestigde orde. Degenen die zich wel aanpassen zijn vaak voor de rest van hun leven in emotioneel opzicht invalide. Vóór hun huwelijk kunnen zij niet gelukkig zijn en na hun huwelijk zijn zij teleurgesteld. De reden hiervoor is simpel: zij zijn in erotisch opzicht niet competent. Onze kinderen en tieners leren gewoonweg niet hoe zij goede minnaars en minnaressen moeten zijn, hoe zij teder en aanhankelijk moeten zijn, hoe zij een ander lichamelijk kunnen verwennen en hoe zij zich kunnen laten verwennen, hoe zij een seksuele relatie moeten opbouwen en in stand houden die voor beide partijen de moeite waard is. Integendeel, zij worden grootgebracht met een pakket vol seksuele schaamte en seksuele schuldgevoelens, totdat de een of andere huwelijksplechtigheid hen als bij toverslag verandert in hartstochtelijke, sensuele en tevreden mannen en vrouwen. In het werkelijke leven komen zulke wonderen echter zelden of nooit voor. Onze seksuele voorschriften voor jongeren zijn daarom niet alleen absurd, maar ook onmenselijk en schadelijk.

(Boven) Renaissanceschilders schilderden vaak kleuters die elkaar omhelsden en kusten. Hier Jezus en Johannes de Doper als kinderen, geschilderd door Josvan Cleve (1464- 1540).

ONGEREMDE KINDEREN
Moderne Europeanen en Amerikanen schrijven de ‘ontdekking’ van de erotische vermogens van kinderen vaak toe aan Sigmund Freud. In niet-westerse culturen en vóór de Victoriaanse tijd zijn die vermogens echter altijd als iets vanzelfsprekends beschouwd.

(Onder) Jongen en meisje tijdens een coïtuspoging. Rol- schildering van Maruyama Okyo, een 18e eeuws Japans schilder.

In vele niet-westerse culturen is aangetoond dat dit soort seksuele repressie overbodig is. In sommige Indiaanse en Polynesische samenlevingen werden seksuele experimenten op jeugdige leeftijd zelfs aangemoedigd. De Muria in Centraal-India hadden een apart staand gebouw, de ghotul, waar jongens en meisjes gezamenlijk de nacht doorbrachten. (Bij de Masaï in Afrika en op Trobriand Eiland kende men soortgelijke situaties). De kinderen gingen meestal in de ghotul slapen als zij ongeveer zes á zeven jaar oud waren. Voor hun ouders was de ghotul verboden terrein. Binnen hadden de kinderen het zelf voor het zeggen. De oudere kinderen moedigden de jongere kinderen aan om seksueel actief te zijn en brachten hen alle seksuele technieken bij. Het regelmatig hebben van seksuele contacten werd als een niet weg te denken onderdeel van de kinderjaren beschouwd en vormde een van de grootste attracties van het leven in de ghotul. Het is dan ook niet vreemd dat de Muria-kinderen vriendelijk, welopgevoed en zelfverzekerd waren en goed met andere mensen konden samenwerken. Als volwassenen hadden zij meestal een stabiel, monogaam huwelijk. Dit patroon is pas kort geleden doorbroken door de invoering van de leerplicht in door de overheid opgezette scholen. De 'nieuwe’ Muria-kinderen schijnen even angstig en geremd geworden te zijn als hun leeftijdgenootjes elders in de wereld.

De ‘verwesterlijking’ van de wereld heeft, naast grote verbeteringen, ook veel seksuele nood gebracht bij volkeren die vroeger zeer tevreden waren. In veel derde wereldlanden zijn de mensen nu puriteinser dan de vroegere christelijke kolonialisten. In De universele verklaring van de rechten van de mens wordt over seksuele rechten dan ook niet gerept. En ook niet in de Verklaring van de rechten van het kind, die in 1959 door de Verenigde Naties is opgesteld. In de tien grondbeginselen worden onder meer het recht op een eigen naam, een nationaliteit, voedsel, onderdak, medische verzorging en onderwijs genoemd, maar over het recht op seksuele voorlichting, seksuele activiteit en het achterwege laten van seksuele stereotypering wordt gezwegen. Er wordt alleen gezegd dat ‘het kind ... liefde en begrip nodig heeft’ en dat het kind ‘indien mogelijk dient op te groeien ... bij de eigen ouders’ (grondbeginsel 6). Zoals de situatie nu is ziet het er helaas niet naar uit dat de tekst van de verklaring in de nabije toekomst zal worden aangevuld.

In westerse landen die het ideaal van de persoonlijke vrijheid zijn toegedaan valt echter een groeiende bereidheid te constateren om een groot deel van die vrijheid ook voor kinderen te laten gelden. Verschillende Europese en Amerikaanse schrijvers hebben de laatste jaren gepleit voor een betere seksuele voorlichting en voor bepaalde seksuele rechten voor het kind. De manier waarop zij hun wensen hebben geformuleerd is heel verschillend, maar over de volgende punten is men het in het algemeen eens: kinderen moeten hetzelfde recht op seksuele informatie en seksuele activiteit hebben als volwassenen en zij behoren niet in een bepaalde sekserol te worden gedwongen. Dat betekent niet alleen dat kinderen alles over anticonceptie, abortus en geslachtsziekten moet worden verteld, maar ook dat zij toegang zouden moeten krijgen tot alle ‘grote mensen’ boeken, tijdschriften, films en theatervoorstellingen, ook als die pornografisch zijn. Verder houdt het in dat kinderen zelf hun partner voor een seksueel contact zouden moeten kunnen kiezen (dus ook een volwassene,) mits zij hierbij dezelfde kiesheid in acht nemen als van ieder ander mens wordt verwacht. ‘Ontucht met kinderen’ en incest zouden dan geen misdrijven meer zijn, tenzij de kinderen tot een dergelijk contact gedwongen waren. (Natuurlijk zou tegelijkertijd het vermogen en recht van kinderen om tegen seksuele avances nee te zeggen, moeten worden versterkt). Tenslotte zouden alle verschillen in de behandeling van jongens en meisjes moeten worden opgeheven. Jongens en meisjes hebben recht op hetzelfde speelgoed, dezelfde takken van sport, dezelfde scholen, dezelfde opleiding en dezelfde beroepen.

Zelfs in het ‘tolerante’ morele klimaat van tegenwoordig zullen er ongetwijfeld veel ouders zijn die vinden dat dat te ver gaat. De angst is nog groot dat de meeste kinderen misbruik zouden maken van hun totale seksuele vrijheid, of dat zij door volwassenen misbruikt zouden worden. Dat die angst niet irreëel is blijkt wel uit het feit dat zelfs veel volwassenen in onze maatschappij nog worden uitgebuit, en kinderen zijn door hun gebrek aan ervaring nu eenmaal veel kwetsbaarder. Wij moeten ons misschien echter afvragen of het wel zo verstandig is om seksuele activiteit bij kinderen te veroordelen als er geen sprake is van uitbuiting of gevaar. Dat geldt ook voor seksuele contacten tussen kinderen en volwassenen. Dergelijke contacten hoeven niet per se schadelijk te zijn, en het lijkt niet rationeel om ze allemaal over één kam te scheren.

De seksuele bevrijding van tieners is misschien een minder controversieel onderwerp. Niemand zal nog ontkennen dat jongens en meisjes, in ieder geval zodra zij de puberteit hebben bereikt, goed voorgelicht moeten worden over dingen als seksuele anatomie en fysiologie, voortplanting, anticonceptie, abortus en geslachtsziekten. Het schijnt ook een vanzelfsprekende zaak dat het niet bij theoretische kennis alleen mag blijven en dat iedereen die geslachtsrijp is, ongeacht de leeftijd, moet kunnen beschikken over voorbehoedmiddelen, toegang moet hebben tot abortus en medisch behandeld moet kunnen worden voor een geslachtsziekte. (Tieners die tegen voorbehoedmiddelen en abortus zijn moeten natuurlijk het recht hebben om die dingen te weigeren). Het is niet meer dan billijk dat meisjes die zwanger kunnen worden en jongens die een zwangerschap kunnen veroorzaken zelf mogen bepalen wat er met hun lichaam gebeurt. Beslissingen over wat er op seksueel gebied met hen gebeurt kunnen niet aan hun ouders worden overgelaten. Tieners die oud genoeg zijn om zich voort te planten, zijn ook oud genoeg om te bepalen of, wanneer en hoe zij seksueel actief moeten zijn. Het is de taak van de maatschappij om jongeren op een dusdanige manier voor te bereiden dat zij verstandige beslissingen kunnen nemen. Worden deze principes aanvaard - en daar begint het wel op te lijken - dan is het nog maar een kwestie van tijd of seksuele voorlichting zal een verplicht vak worden op school. Het is nu al zover dat in elk geval condooms in alle supermarkten en bij iedere drogist te koop zijn. Bij de arts is de privacy van tieners al gewaarborgd, omdat deze zijn beroepsgeheim heeft. Er zijn echter ook in onze maatschappij volwassenen die liever alles bij het oude houden en tegen verdere ontwikkelingen zijn. Hun bezorgdheid is goed bedoeld en zij hebben vaak het beste met hun kinderen voor. Het kan de zaak dan ook alleen maar goed doen om ook aan hun ‘conservatisme’ de nodige aandacht te besteden. Grote tolerantie op seksueel gebied kan gemakkelijk omslaan in een excuus voor emotionele verwaarlozing. Ouders die het niets interesseert wat hun kinderen doen, geven gewoon niet om die kinderen. Seksuele vrijheid betekent seksuele verantwoordelijkheid, en niet anarchie of bandeloosheid. Jongens en meisjes willen graag leiding krijgen bij het opgroeien, en ze hebben die leiding ook nodig. De ontwikkeling van op zichzelf gerichte zuigeling tot moderne burger is in feite een verkorte weergave van het lange, moeilijke proces van civilisatie dat de hele mensheid doormaakt. Dat proces verloopt niet automatisch. Spontaniteit alleen is niet meer voldoende. Een zekere mate van geremdheid, dwang en ontzegging zal altijd noodzakelijk zijn.

Dit mag afgezaagd klinken, maar al te fanatieke voorvechters van vrijheid zien die dingen weleens over het hoofd. Wij bewijzen onze jongeren er geen dienst mee door hen helemaal aan hun eigen lot over te laten. Pas wanneer wij dat volledig inzien kunnen wij ze seksuele vrijheid gaan geven. Aan de andere kant hebben wij het recht niet ze die vrijheid te ontzeggen, want wij weten dat onze huidige seksuele moraal erg bekrompen is. Het zou misdadig zijn om onze kinderen en tieners te dwingen kritiekloos normen te aanvaarden die al lang aan vernieuwing toe zijn.

[Sex Atlas] [Inhoud] [Wrd. voor. - bewerkers] [Inleiding] [I - Het mensel. lichaam] [II - Seksueel gedrag] [III - Seks. en maatsch.] [De sociale rol] [Aangepast - afwijkend] [Huwelijk en gezin] [De onderdrukten] [De 'seksuele revolutie'] [Seksueel slang] [Instanties en groepen] [Literatuurlijst]