De mannelijke en vrouwelijke sociale rol

De mannelijke en vrouwelijke sociale rol


In iedere maatschappij wordt het duidelijke biologische verschil tussen man en vrouw gebruikt ter rechtvaardiging van het feit dat elk een eigen sociale rol opgedrongen krijgt die het doen en laten vormt en binnen bepaalde grenzen houdt. Dat wil zeggen, er is niet één maatschappij die met het natuurlijke sekseverschil genoegen neemt, er moet altijd een cultureel bepaald sekseverschil aan worden toegevoegd. De simpele anatomische feiten worden dan ook altijd in verband gebracht met ingewikkelde psychologische eigenschappen. Dat een man biologisch mannelijk is, is niet genoeg; hij moet zich ook mannelijk gedragen. Een vrouw moet niet alleen biologisch vrouwelijk zijn, zij moet zich ook vrouwelijk gedragen.

Maar is dat onderscheid tussen man en vrouw op deze manier eenmaal vergroot en geaccentueerd, dan wordt het meestal beschouwd als het zoveelste blijk van biologische verschillen, die de noodzaak van aparte sociale rollen nog eens extra benadrukt. Of, anders gezegd, biologisch verschil wordt gebruikt om er een cultureel onderscheid mee te maken, dat dan weer als biologisch verschil wordt geïnterpreteerd dat cultureel onderscheid nodig maakt, enzovoort. Wat alleen maar een cirkelredenering lijkt, heeft in werkelijkheid grote gevolgen. In onze eigen patriarchale maatschappij hebben mannen een overheersende positie. Van jongs af aan wordt jongens dan ook geleerd om zich mannelijk op te stellen, zodat zij die positie later kunnen krijgen en er zich in kunnen handhaven. Meisjes wordt een onderworpen, vrouwelijke opstelling aangekweekt. Het zo ontstane verschil in mannelijk en vrouwelijk karakter wordt vervolgens aangeboren genoemd en ter verdediging van de bestaande machtsverhoudingen aangewend. Alleen degenen die het accepteren zijn normaal, alleen zij kunnen verwachten in het leven te zullen slagen. De mannelijke sociale rol heeft tot doel mannelijke mannen te belonen, terwijl de enkele voordelen die de vrouwelijke sociale rol biedt alleen voor vrouwelijke vrouwen zijn weggelegd. (De agressieve man zal het grootste bedrijf beheren en het knappe, leuke vrouwtje vindt de rijkste man). Anders gezegd, mannelijkheid en vrouwelijkheid zijn grotendeels cultureel bepaalde hoedanigheden, ontstaan als gevolg van onderscheid dat door de maatschappij wordt aangegeven. Zijn die hoedanigheden eenmaal ontwikkeld, dan worden zij verdedigd en geconsolideerd. Deze mannelijke en vrouwelijke rollen, de zogenaamde genderrollen, versterken elkaar en laten op die manieren de ongelijkheid voortbestaan waarop zij gebaseerd zijn.

Dit psychologisch mechanisme kan natuurlijk alleen blijven functioneren zolang het gedrag van mannen en vrouwen niet de algemeen geaccepteerde grenzen overschrijdt.Elke maatschappij tracht dit te voorkomen door de sociaal bepaalde genderrol ‘natuurlijk’ en onveranderlijk vaststaand te noemen. Mensen die hun rol niet accepteren worden om hun anders-zijn vervolgd en gestraft, omdat zij niet alleen ten opzichte van de maatschappij, maar ten opzichte van ‘de natuur’ zelf hebben gezondigd. Een historisch voorbeeld hiervan was Jeanne d’Arc, die als jonge vrouw met het Franse leger niet alleen de Engelsen versloeg, maar ook als man gekleed ging. In het proces dat later tegen haar werd gevoerd, werd zij er dan ook prompt van beschuldigd de wetten van de natuur te hebben overschreden.

Door alle eeuwen heen heeft de mens zich natuurlijk afgevraagd waarom het nodig was dat rollen die toch ‘natuurlijk’ waren met zulke strenge maatregelen in stand gehouden moesten worden. Als zij echt natuurlijk waren, zouden zij toch vanzelf bij zowel mannen als vrouwen bestaan. Het is echter opmerkelijk hoe de voorstanders van de zogenaamde natuurlijke ongelijkheid tussen de seksen nergens groter hekel aan hebben dan aan ‘de natuur’ op zijn beloop laten. Toch zou het, als wat zij beweerden echt waar was, helemaal niet nodig zijn om vrouwen gelijke kansen te onthouden, want vrouwen zouden gewoon niet in staat zijn om met mannen te wedijveren. Als vrouwen ‘van nature’ inferieur zouden zijn aan de man hadden mannen niets te vrezen. Het feit alleen dat mannen wél bang zijn voor concurrentie doet betwijfelen of wat zij beweren wel waar is.

In werkelijkheid neigen menselijke verlangens en mogelijkheden ertoe zich tot buiten de enge grenzen van onze traditionele genderrol uit te strekken. Alle autoriteiten in de maatschappij moeten zich er continu gezamenlijk voor inzetten om deze neiging te beteugelen. Deze sociale controle komt niet alleen van buitenaf, in de vorm van ouderlijke raad, uitoefening van druk door leeftijdgenoten en wettelijke voorschriften, maar komt ook van binnenuit, in de vorm van opvattingen en waardeoordelen, die tezamen het beeld bepalen dat iemand van zichzelf heeft; en het is in iemands geest waar de verwarring van biologisch sekseverschil en cultureel bepaald sekseverschil, van sekse en gender, de grootste problemen kan geven.

Mensen die bijvoorbeeld het gevoel hebben dat zij niet genoeg aan het conventionele mannelijke of vrouwelijke beeld voldoen, of die dat beeld te beperkt vinden, kunnen ook aan hun biologische sekse gaan twijfelen. Zij kunnen het idee krijgen dat zij in een ander lichaam een rol zouden kunnen hebben die hun beter zou liggen. Of, om een ander voorbeeld te geven, omdat mannen hebben geleerd dat vrouwen zowel sociaal als seksueel passief zijn, vinden zij het meestal erg onaangenaam wanneer een vrouw zich sociaal agressief opstelt en bij een seksueel contact het initiatief neemt. Met dit ‘gebrek aan vrouwelijkheid’ in een vrouw geconfronteerd, gaat de man haar vrouw-zijn meestal in twijfel trekken. Als die bewering vals blijkt te zijn, zou hij aan zijn eigen mannelijkheid kunnen gaan twijfelen en seksueel slecht gaan functioneren. Omgekeerd geldt, dat van een knappe, zachtaardige, passieve man al gauw wordt gezegd dat hij wel homofiel zal zijn. ‘Echte vrouwen’ vinden hem geen ‘echte man’ en willen hem niet als partner in bed.

Maar hiermee houdt de verwarring nog niet op. Het idee dat er bij ieder seksueel contact één actieve (mannelijke) partner en één passieve (vrouwelijke) partner moet zijn is zó hardnekkig dat het niet alleen veel heteroseksuele relaties kapot maakt, maar ook het gedrag beïnvloedt van bepaalde homoseksuelen die zich gedwongen voelen om dat patroon na te volgen. Door dat te doen steunen zij het vreemde denkbeeld dat zelfs in seksuele relaties tussen seksegenoten er altijd één is die ‘de man speelt’, terwijl de ander de rol heeft van ‘de vrouw’. Veel mensen denken immers dat elk homoseksueel paar (mannen zowel als vrouwen) uit een actieve, mannelijke partner en een passieve, vrouwelijke partner bestaat. Maar wie dat denkt weet natuurlijk totaal geen raad met fenomenen als bijvoorbeeld beroemde keurtroepen in het oude Griekenland, die uitsluitend uit homoseksuelen schijnen te hebben bestaan.

Al deze ideeën zijn gebaseerd op een verkeerde conclusie naar aanleiding van een onjuiste onderstelling. Deze onjuiste onderstelling zegt, dat vrouwen van nature passief en mannen van nature actief zijn, en dat iedereen die passief is de vrouwelijk rol speelt en dat iedereen die actief is de mannelijke rol speelt. Maar biologische noch cultureel bepaalde sekse hoeft in feite zo gekenmerkt te zijn. In sommige samenlevingen wordt juist een tegengestelde rolverdeling voor mannen en vrouwen gehanteerd. Het door ons ontwikkelde seksebeeld is helemaal niet ‘natuurlijk’ of onveranderlijk. Hieruit volgt dat volledige gelijkheid tussen man en vrouw pas mogelijk zal zijn als beide seksen aanvaarden dat ieder van hen zich actief of passief mag opstellen, en dat ook twee ‘actieve’ of twee ‘passieve’ partners samen een goede relatie kunnen hebben.

Dat houdt niet in dat in een ideale toekomst alle verschillen tussen de mensen verdwenen zullen zijn. De kans is namelijk groot dat, als de oude stereotiepe beelden eenmaal over boord gezet zullen zijn, de verschillen tussen mensen binnen een bepaalde sekse groter zullen worden. Ook kunnen deze mensen, in een situatie van maatschappelijke gelijkheid, best andere genderrollen blijven vervullen. In verschillen op zichzelf schuilt niets verkeerds. Zij kunnen ons leven verrijken, zolang we maar beseffen dat ‘anders zijn’ niet beter of slechter zijn hoeft te betekenen. Mensen die gelijkberechtiging van man en vrouw eisen, vragen niet om kleurloze uniformiteit, maar om een sociaal klimaat waarin ruimte is voor verscheidenheid zonder uitbuiting.

Op de nu volgende bladzijden worden eerst de grondbegrippen ‘sekse’ en ‘gender’ nader uitgewerkt en worden vervolgens de voor mannen en vrouwen verschillende morele maatstaven besproken. In de laatste paragraaf wordt nader ingegaan op de vrouwenbeweging en de strijd van de vrouw om gelijke rechten.

[Sex Atlas] [Inhoud] [Wrd. voor. - bewerkers] [Inleiding] [I - Het mensel. lichaam] [II - Seksueel gedrag] [III - Seks. en maatsch.] [De sociale rol] [Aangepast - afwijkend] [Huwelijk en gezin] [De onderdrukten] [De 'seksuele revolutie'] [Seksueel slang] [Instanties en groepen] [Literatuurlijst]