De gevangenen

De gevangenen

In de regel zijn de inwoners van een gevangenis beroofd van ieder heteroseksueel contact. Dat geldt met name voor landen met zeer grote gevangenissen, bv. de Verenigde Staten, waar inrichtingen met duizenden gevangenen heel gewoon zijn. Om een optimale bewaking te realiseren is daar elk fysiek contact tussen de gevangene en zijn bezoek onmogelijk gemaakt (bv. door glazen of gazen wanden). De ontzetting uit het recht op seksueel contact wordt vrij algemeen als inherent aan de vrijheidsberoving gezien, d.w.z. als een onderdeel van de opgelegde straf. Voorstellen om hierin verandering te brengen worden in de regel met weinig enthousiasme begroet. Omdat heteroseksuele contacten meestal uitgesloten zijn, zijn de enige vormen van seksuele activiteit in de gevangenis masturbatie en homoseksueel verkeer; dit geldt zowel voor mannen- als vrouwengevangenissen.

Men zou kunnen veronderstellen dat in deze situatie tenminste de homoseksuelen aan hun trekken komen, maar in werkelijkheid is dat niet het geval. Tenslotte bestaat ook in de gevangenis, net zoals in de maatschappij, de meerderheid uit heteroseksuelen wier seksuele frustratie enorm is. Onder hen bevinden zich vrij wat gevangenen die voor deze frustratie een uitlaatklep vinden in het zich uitleven op jongere en zwakkere bewoners, hetgeen in de praktijk neerkomt op homoseksuele verkrachting en andere vormen van destructief homoseksueel gedrag. Daarom moeten de binnen de muren van een gevangenis ontplooide homoseksuele activiteiten bijna steeds negatief gewaardeerd worden, juist omdat het geen werkelijke behoeftebevrediging is; dit homoseksueel gedrag is meestal vrij gewelddadig van aard en in feite is het vaak een uiting van afkeer en minachting voor de slachtoffers. Daar komt nog bij dat in de sociale rangorde in een gevangenis - die vaak nog veel sterker en strenger is dan in de gewone maatschappij - de zedendelinquent op de laagste trede van de ladder staat, zeker wanneer een kind het slachtoffer is geworden van zijn handelingen. Deze paria’s zijn het eerst aangewezen slachtoffer voor brute seksuele praktijken in een gevangenis. Op een schrijnende manier werkt hier toch nog iets door van de Oud- Testamentische talio- of oog-om-oog, tand-om- tand-gedachte. Maar niet alleen zij worden het slachtoffer, ook ieder ander die, om welke reden dan ook de underdog is, komt er voor in aanmerking. Het moge paradoxaal klinken, maar op deze manier laait de latente afkeer van homofielen, de homofobie, die zo kenmerkend is voor de westerse cultuur, weer op.

Kort gezegd komt het erop neer dat veel gevangenen, ongeacht hun seksuele aanleg, dikwijls een vernederend seksueel leven moeten leiden; dit geldt niet alleen voor de tijd dat zij ingesloten zijn, maar ook nadat ze zijn vrijgelaten, aangezien de in de gevangenis opgedane ervaringen dan hun sporen kunnen nalaten. In de meeste gevallen wordt niet alleen aan de gevangenen, maar ook aan hun vrouwen, verloofden of vrienden een normaal seksueel leven onthouden. Vrouwen kunnen grote problemen krijgen met het instandhouden van het huwelijk gedurende de tijd dat ze op de terugkeer van hun man moeten wachten. Bovendien slagen niet alle vrijgelaten mannen erin om weer als voorheen met hun partner samen te leven: op die manier lopen huwelijken en andere vaste relaties tenslotte toch nog op de klippen.

Het voorafgaande leidt tot twee conclusies: het onthouden van een normaal seksueel leven aan een gevangene berooft hem van een van zijn fundamentele rechten; hij moge dan veroordeeld zijn, doch die veroordeling impliceert alleen vrijheidsbeneming en niet méér dan dat; de tijd dat we gevangenen in cellen stopten waarin alleen een bijbel lag terwijl ze ook nog op water en brood werden gezet, zijn we allang voorbij omdat we beseft hebben dat dit alles niet tot het wezen van de straf hoort: het wezen ligt in de vrijheidsberoving, in het niet meer vrij gaan en staan mogen als men zou willen; al het andere is franje dat geen recht van bestaan heeft en dus verdwijnen moet. Voorts is het toestaan van normaal seksueel verkeer aan een gevangene in het belang van de maatschappij gelijk hiervoor is uiteengezet. Daarom wordt er in verschillende landen geëxperimenteerd met het verlenen van verlof aan gevangenen om intiem seksueel contact te hebben met hun echtgenotes; dit speelt zich af binnen de muren van de gevangenis en wel in speciale ruimtes die gereserveerd zijn om zich daarin te kunnen afzonderen.

Ook in Nederland wordt dit oogluikend toegestaan. Dat komt doordat Nederland relatief vrij kleine gevangenissen (max. 200 man) heeft, zodat uit bewakingsoogpunt daartegen geen al te grote bezwaren hoeven te bestaan. Het officiële - door het ministerie van Justitie gesanctioneerde - systeem is echter dat gevangenen die daarvoor in aanmerking komen, af en toe naar huis mogen. Dit recht wordt in de praktijk alleen toegekend aan gevangenen die het grootste deel van hun straftijd achter de rug hebben en die niet ‘vluchtgevaarlijk’ zijn. Deze verloven passen in het systeem van wederaanpassing aan de maatschappij en vormen - voor zover mogelijk - een integrerend onderdeel van het voor iedere gevangene gemaakte resociali- satieprgramma.

De misstanden die in de Verenigde Staten gesignaleerd kunnen worden en die veroorzaakt worden door de grote seksuele nood waarin de gevangenen verkeren, komen in Nederland amper voor, omdat de opgelegde vrijheidsstraffen in het algemeen veel korter van duur zijn (drie maanden is relatief al vrij lang) en omdat het regiem in de gevangenissen hier veel humaner is. Toch komt ook hier wel ‘gedwongen’ homoseksualiteit voor onder de gevangenen, al spreekt daar eigenlijk niemand over.

[Sex Atlas] [Inhoud] [Wrd. voor. - bewerkers] [Inleiding] [I - Het mensel. lichaam] [II - Seksueel gedrag] [III - Seks. en maatsch.] [De sociale rol] [Aangepast - afwijkend] [Huwelijk en gezin] [De onderdrukten] [De 'seksuele revolutie'] [Seksueel slang] [Instanties en groepen] [Literatuurlijst]