De 'seksuele revolutie'

De ‘seksuele revolutie’

Aan het einde van de tweede wereldoorlog liet Wilhelm Reich het Amerikaanse publiek kennismaken met enig vroeger werk van hem in een boek getiteld The Sexual Revolution (1945). Na te hebben uitgelegd dat deze revolutie tot de ‘wortels’ van het emotionele, maatschappelijke en economische bestaan van de mens reikte, presenteerde hij zich-zelf als een radicaal (van het Latijnse radix: wortel), dat wil zeggen als iemand die deze wortels bestudeert en vervolgens onbevreesd de waarheid spreekt, waardoor de mensheid vrijkomt.

Die waarheid was, aldus Reich, dat de westerse beschaving de mensheid ziek had gemaakt door het opleggen van een onnatuurlijke, vernietigende seksuele moraal. Maar, dank zij een aantal omwentelingen op maatschappelijk en wetenschappelijk gebied, begonnen de natuurlijke menselijke levensfuncties, na een slaap van enkele duizenden jaren, geleidelijk weer te ontwaken. De toekomst zou seksuele gezondheid brengen en, voor het eerst in de geschiedenis, volledige autonomie voor iedereen.

Reich liet er niet de geringste twijfel over bestaan dat hij, in het belang van het menselijk geluk, op verregaande politieke veranderingen hoopte, en als hij dus van revolutie sprak, dan bedoelde hij dat letterlijk. In dat opzicht hield hij de traditie hoog van veel schrijvers vóór hem. Al sedert lange tijd hadden strijders voor seksuele vrijheid zichzelf rebellen en revolutionairen genoemd. Met name de Amerikaanse vrouwenbeweging had het gebruik van dergelijke woorden nimmer geschuwd. Gedurende de eerste wereldoorlog was bijvoorbeeld Margaret Sanger een tijdschrift begonnen dat The Woman Rebel heette, en in 1868, was door Elizabeth Cady Stanton en Susan Anthony een krant voor suffragettes uitgegeven die The Revolution heette. En zelfs reeds in 1776, bij het begin van de Amerikaanse onafhankelijkheid, had Abigail Adams haar man John Adams, de tweede Amerikaanse president, gedreigd met een ‘rebellie’ van vrouwen als zij geen politieke rechten zouden krijgen.

Misschien is deze korte inleiding voldoende om ons eraan te herinneren dat de zogenaamde seksuele revolutie geen plotseling, op zichzelf staand verschijnsel is, maar verband houdt met de vele andere revoluties van de moderne tijd, met name met de industriële revolutie die in het 18e eeuwse Engeland begon en de hierop volgende politieke revoluties in Europa en Amerika. Ook al hield de Amerikaanse revolutie zich niet expliciet met de seksuele bevrijding bezig en kwam de vrouwenemancipatie zelfs niet ter sprake, toch werd hierin niettemin de basis voor latere veranderingen gelegd door het ‘streven naar geluk’ uit te roepen tot een van de natuurlijke rechten van de mens. De Franse Revolutie van 1789 stelde wél direct menige seksuele kwestie aan de orde, en hoewel er juist van de beste ideeën niets terechtkwam, slaagde men er toch in om de zedelijkheidswetgeving uit handen van de kerk te halen.

In het 19e eeuwse Frankrijk en Duitsland werd door middel van diverse ‘kleine’ revoluties nog geprobeerd om het moderniseringsproces sneller te laten verlopen en de persoonlijke rechten van de mens te laten toenemen, maar dat mislukte. Een repressief huwelijks- en familierecht en het onthouden van stemrecht hield de vrouw ‘op haar plaats’. Censuur hield de vrije stroom van ideeën tegen en hield het publiek omtrent seksuele zaken onwetend. Toen door technische ontwikkelingen echter de massaproduktie van condooms mogelijk werd, begonnen vele mannen en vrouwen zelf de grootte van hun gezin te bepalen en startten op die manier een stille ‘anticonceptie-revolutie’. Het resultaat was dat zij tenminste een zekere mate van seksueel zelfbeschikkingsrecht kregen, ook al werd dat door de overheid niet erkend. Tenslotte werd de kloof tussen de conventionele ideologie en de praktische werkelijkheid echter zo groot, dat een drastische aanpassing onvermijdelijk werd. Aanleiding tot die aanpassing was de eerste wereldoorlog, die de ineenstorting van de oude, starre politieke orde aan- kondigde. In 1917, toen de revolutie Rusland bereikte, waren in het programma uitdrukkelijk gelijke rechten voor de vrouw en universele vrijheid op seksueel gebied opgenomen. Dat was dus de eerste keer dat een ‘seksuele revolutie’ officieel overheidsbeleid werd.

Reich beschrijft in zijn boek hoe de Russische revolutie helaas na enkele jaren haar libertijnse doelstellingen prijsgaf en met seksuele onderdrukking begon. Men haalde de reactionaire wetten weer van stal en weldra verdween, tegelijk met vele andere burgerrechten, het recht op vrije seksuele expressie. Reich maakte hieruit op dat het louter overgeven van de macht van de ene maatschappelijke klasse aan de andere niet genoeg was, dat er een transformatie nodig was die veel verder ging. Hij was van oordeel dat een dergelijke transformatie in de Verenigde Staten en in een aantal moderne westerse democratieën al een heel eind gevorderd was. Het was daarom niet langer een kwestie van rijk of arm, van communisme of kapitalisme, maar het was gewoon een kwestie van persoonlijke autonomie, van een ‘zichzelf besturende karakterstructuur’. Dit was een ideaal dat met behulp van de natuurwetenschap moest worden gerealiseerd, zonder zich aan enig bestaand politiek systeem te storen.

Het zelfstandige, autonome individu is in wezen natuurlijk een bourgeois-ideaal. Het is een model van menselijk bestaan waarin de belangen en verwachtingen van de moderne, westerse middenklassen tot uiting worden gebracht, en het is daarom in het verleden ook altijd de aanzet tot iedere revolutie van de middenklassen geweest. De politieke revoluties van deze eeuw schijnen echter volgens een ander patroon te verlopen. De Russische, Chinese en Cubaanse revoluties dienden bijvoorbeeld niet de belangen van de bourgeoisie en hadden met individualisme niet veel op. Het is dan ook nauwelijks vreemd dat zij niet tot meer seksuele vrijheid hebben geleid. Sommige vrijheden die vroeger al verworven waren, werden zelfs weer afgeschaft. (Een goed voorbeeld hiervan is Cuba waar, net als in de meeste katholieke landen, als gevolg van de Franse Revolutie en de hierop volgende Napoleontische hervormingen, de wetten tegen ‘sodomie’ waren afgeschaft. Na Fidel Castro’s ‘socialistische revolutie’ is men het homoseksuelen op Cuba echter opnieuw moeilijk gaan maken).

In de westerse landen met een kapitalistische bourgeoisie die voor persoonlijke vrijheid is, blijft de seksuele revolutie doorgaan. (Met uitzondering van landen of streken waar de invloed van de kerk nog groot is of waar grote tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen de vrijheden aanzienlijk beknotten, zoals in Noord-Ierland). Het seksuele zelfbeschikkingsrecht wordt nog altijd als een zaak van groot belang beschouwd, en diverse groepen zijn hard bezig dat recht nog uit te breiden. Wellicht een van de meest bekende voorbeelden daarvan vormt in de Verenigde Staten de strijd om de constitutie aangevuld te krijgen met een bepaling die gelijke rechten garandeert, om wettelijke toelating van abortus, de intrekking van wetten die gericht zijn tegen homoseksualiteit, prostitutie en pornografie, en om een eind te maken aan discriminatie van homoseksuelen. Tegelijkertijd maken steeds meer mensen gebruik van de rechten ten aanzien van de seksualiteit die inmiddels al zijn verleend. Dit alles leidt ertoe dat de roep om seksuele gelijkberechtiging steeds luider wordt.

Sommige onderzoekers zijn echter van mening dat er bij deze ontwikkelingen helemaal geen sprake is van een bourgeois-revolutie of van wat voor revolutie dan ook. Zij vinden het meer een natuurlijke evolutie, een geleidelijke ontwikkeling zonder abrupte, dramatische veranderingen. Ter illustratie van dit idee wijzen zij op het voortbestaan van conventionele kennismakings- en huwelijkspatro- nen, van allerlei traditionele fatsoensnormen, en op het vrij conventionele gedrag van de ‘gemiddelde’ man en vrouw. Voorts herinneren de ‘evolutionisten’ ons er aan dat voor- en buitenechtelijke sex, anticonceptie, abortus, homoseksueel gedrag, prostitutie en ‘pornografie’ niets nieuws zijn. In feite zijn die schendingen van de norm bij onze voorouders vermoedelijk net zo frequent of gewoon geweest als zij nu bij ons blijken te zijn. Omdat wij voor vroegere generaties niet over betrouwbare statistische gegevens beschikken, is het eenvoudig niet mogelijk na te gaan of zich bepaalde revolutionaire veranderingen hebben voorgedaan. De thans bestaande indruk dat onze seksuele zeden veranderd zijn, heeft misschien niets te maken met een vermindering van vrijheidsbeperking, maar louter met een grotere openheid.

Die veronderstelling is zo vreemd nog niet. In het algemeen zijn de mensen tegenwoordig minder schijnheilig over hun seksuele verlangens dan vroeger. Daarom wordt gedrag dat vroeger verheimelijkt of ontkend werd, tegenwoordig openlijk besproken. Dat kan tot een misleidend, geidealiseerd beeld van het verleden leiden. Maar, ook al gaan wij er van uit dat het gedrag van onze voorouders in feite niet zoveel van het onze verschilde, dan blijft één belangrijk verschil toch bestaan: als zij conventionele seksuele normen schonden, dan voelden zij zich doorgaans schuldig. Zij liepen er in ieder geval niet mee te koop dat zij inbreuk hadden gemaakt op een bestaande regel en eisten het niet op als een recht. Zij aanvaardden de regels, ook al was het hun niet altijd mogelijk zich eraan te houden, terwijl wij ons er tegenwoordig toe gerechtigd voelen zelf de regels wat te versoepelen.

Meer dan wat ook is het die veranderde houding die de betekenis van een revolutie heeft. In plaats van in het blinde weg te blijven doen wat onze voorouders deden, bepalen wij nu zelf welke seksuele activiteit juist is. Dus, ook al verandert er uiterlijk niet veel aan ons gedrag, het heeft een andere betekenis. Wij hebben geleerd dat er meer mogelijkheden zijn, dat onze seksuele moraal geen eeuwigheidswaarde heeft of heilig is. We onderwerpen ons niet langer aan versluierende taboes en durven voor onze mening uit te komen. Wij zijn er aan gewend geraakt de rechtmatigheid van onze tradities te toetsen.

In die zin is het in ieder geval volledig terecht om van een ‘seksuele revolutie’ te spreken. Belangrijke sociale veranderingen voltrekken zich namelijk niet alleen wanneer mensen hun gedrag veranderen. Het kan al voldoende zijn dat zij anders over de zaken gaan denken. Het kan voldoende zijn dat andere gedragsvormen verdedigbaar worden, dat er een keuzepakket van normen is dat tevoren niet bestond. De oude seksuele normen leken onaantastbaar zolang zij kritiekloos werden aanvaard. Tegenwoordig zijn er echter allerlei radicale veranderingen mogelijk en zelfs aannemelijk - voor mensen die vroeger nergens een oordeel over hadden. Verleden en heden zijn dus geen betrouwbare richtlijnen meer voor de toekomst. Godsdienstige dogma’s zijn vervangen door wetenschappelijke hypothesen, zekerheden door twijfels. Tegelijkertijd zijn onze keuzemogelijkheden en onze verantwoordelijkheden toegenomen. Er is zowel reden tot blijdschap als tot zorg. Ook op het gebied van sex blijkt op dit moment alles mogelijk.

In een elementair handboek als dit kunnen natuurlijke niet alle aspecten van de ‘seksuele revolutie’ aan de orde komen. Op de volgende bladzijden wordt volstaan met een korte bespreking van drie onderwerpen die momenteel sterk in de aandacht staan - seksuologisch onderzoek, seksuele voorlichting en vorming, en het scheppen van nieuwe, verstandige seksuele normen. Voor meer studiemateriaal wordt de bibliografie aan het einde van dit boek aanbevolen.

[Sex Atlas] [Inhoud] [Wrd. voor. - bewerkers] [Inleiding] [I - Het mensel. lichaam] [II - Seksueel gedrag] [III - Seks. en maatsch.] [De sociale rol] [Aangepast - afwijkend] [Huwelijk en gezin] [De onderdrukten] [De 'seksuele revolutie'] [Seksueel slang] [Instanties en groepen] [Literatuurlijst]