Onvruchtbaarheid

Onvruchtbaarheid

Naar schatting kan één op de vijf echtparen geen kinderen krijgen. In sommige gevallen vormt die onvruchtbaarheid nauwelijks een probleem of is men er zelfs blij mee. Maar het kan ook een bron van frustratie en ellende voor zowel de man als de vrouw betekenen. Op de een of andere manier is het gevoel van eigenwaarde nauw verbonden met het al dan niet vruchtbaar zijn. Dank zij de ontwikkelingen op medisch gebied kunnen veel mensen met een dergelijk probleem tegenwoordig worden geholpen.

Een steriel huwelijk kan één of meer oorzaken hebben uit een hele reeks van mogelijkheden. Die oorzaken kunnen bij de man, bij de vrouw, of bij beiden liggen. Ze lopen uiteen van gewoon seksuele onervarenheid tot slechte voeding, van psychische moeilijkheden tot problemen van het mannelijk of vrouwelijk voortplantingssysteem. Als er bij een ogenschijnlijk gezond jong echtpaar (beide partners jonger dan 35 jaar) na langer dan een jaar werkelijk proberen nog geen zwangerschap is, moet een arts worden geraadpleegd. (Als óf de man óf de vrouw ouder is dan 35 jaar, moet na een half jaar al advies worden gevraagd).

Zorgvuldig medisch onderzoek van beide partners door een specialist brengt dikwijls de reden van mislukken wel aan het licht. Soms zijn diagnose en therapie beide bijzonder simpel. Het komt bijvoorbeeld voor dat een huwelijk kinderloos blijft alleen omdat er nooit wordt gevrijd op dagen dat de vrouw vruchtbaar is. Het probleem blijkt ook weleens uiterst gecompliceerd te zijn en behandeling te vergen door een psycholoog, een chirurg of een endocrinoloog. Een van de modernere en steeds populairder wordende methoden ter behandeling van onvruchtbaarheid is kunstmatige inseminatie. Bij ongeveer één op de tien steriele huwelijken lukt het - ondanks alle medische maatregelen - niet om de vrouw een kind te laten krijgen. Deze echtparen zijn aangewezen op adoptie.

Onvruchtbaarheid bij de man

Een arts die de reden van onvruchtbaarheid probeert vast te stellen onderzoekt gewoonlijk eerst de man. Niet allen zit het mannelijk voortplantingssysteem relatief eenvoudig in elkaar, vaak ook blijkt de oorzaak van het probleem inderdaad bij de man te liggen. Zijn onvruchtbaarheid kan het gevolg zijn van bepaalde aangeboren (congenitale) defecten (zie ‘Genetische defecten’ en ‘Misvormingen van de geslachtsorganen’), maar kan ook verworven zijn. Gonorrhoe bijvoorbeeld is een ziekte die onvruchtbaarheid tot gevolg kan hebben (zie ‘Geslachtsziekten’). Een andere oorzaak van onvruchtbaarheid of onvoldoende vruchtbaarheid ligt in een te gering aantal spermatozoën. Weliswaar is er voor het bevruchten van de vrouwelijke eicel niet meer dan één zaadcel nodig, toch moeten er gemiddeld zo’n 200 miljoen van zulke cellen in één keer worden geëjaculeerd, wil die ene zaadcel statistisch de kans hebben zijn bestemming te bereiken. In sommige gevallen is het aantal zaadcellen op zich wel groot genoeg, maar ontbreekt er iets aan de rijping of aan de kracht waarmee ze zich voortbewegen. Meestal gaat het echter om een combinatie van deze drie factoren. Dat wil zeggen: het aantal cellen is onvoldoende, de rijping is gestoord en de cellen kunnen zich niet krachtig genoeg voortbewegen. Deze situatie is natuurlijk van geen enkele invloed op de seksuele behoefte en prestaties van de man. Hij kan alleen een vruchtbare vrouw niet zwanger maken. Met andere woorden, zo’n man is niet ‘impotent’, maar onvruchtbaar.

Er zijn echter ook mannen die onvruchtbaar zijn omdat ze ‘impotent’ zijn. Deze mannen produceren normaal zaad, maar kunnen geen zwangerschap verwekken, omdat ze niet in staat zijn een erectie te krijgen of te houden en daardoor niet tot een coïtus in staat zijn. Met name deze gevallen komen in aanmerking voor kunstmatige inseminatie.

Onvruchtbaarheid bij de vrouw

Zoals gezegd kan de oorzaak van onvruchtbaarheid bij de man, bij de vrouw, of bij beiden liggen. Als uit medisch onderzoek blijkt dat de man vruchtbaar is, begint de arts een nieuwe reeks onderzoeken bij de vrouw. Haar onvruchtbaarheid kan het gevolg zijn van bepaalde aangeboren (congenitale) defecten (zie ‘Genetische defecten’ en ‘Misvormingen van de geslachtsorganen’), of van een inwendige infectie, met name van gonorrhoe (zie ‘Geslachtsziekten’). Een dergelijke infectie kan tot totale afsluiting van de eileiders hebben geleid, waardoor bevruchting onmogelijk is.

In sommige gevallen van onvruchtbaarheid is er geen eicel die kan worden bevrucht, omdat de vrouw gewoon niet ovuleert. In andere gevallen heeft wél bevruchting plaats, maar lukt het de bevruchte eicel niet om zich in de baarmoederwand in te nestelen. In weer andere gevallen is er zowel bevruchting als implantatie, maar komt het tot een vroege, spontane abortus (een miskraam). De reden hiervan kan een afwijking aan de baarmoeder of de baarmoederhals (cervix) zijn. Bij sommige vrouwen is het cervixslijm te dik, zodat de zaadcellen er niet door kunnen; bij anderen vormt vocht van cervix of vagina een ongeschikt milieu voor het zaad, dat er te snel in afsterft. Soms maakt een vrouw antilichamen die in de vagina terechtkomen en alle zaad, of het zaad van één bepaalde man, kunnen verstoren.

Omdat onvruchtbaarheid bij vrouwen zo veel verschillende oorzaken kan hebben, is behandeling soms moeilijk. Die behandeling kan van alles in- houden, van hormonale substitutie tot een chirurgische ingreep. De laatste decennia echter zijn steeds meer vruchtbaarheidsproblemen opgelost met behulp van kunstmatige inseminatie.

Kunstmatige inseminatie

Kunstmatige inseminatie is een eenvoudige ingreep waarbij met een dunne buis zaad in de vagina wordt gespoten, dicht bij de baarmoederhals. Dit dient te gebeuren tjidens de dagen dat de vrouw vruchtbaar is. Op deze manier zijn bepaalde vruchtbaarheidsproblemen te verhelpen. Het door masturberen verkregen zaad is doorgaans dat van de eigen partner. Wanneer deze steriel is gebleken, kan zaad van een anonieme donor worden gebruikt. Als donor wordt iemand gekozen die uiterlijk zoveel mogelijk op de echtgenoot lijkt en goed gezond is.

[Sex Atlas] [Inhoud] [Wrd. voor. - bewerkers] [Inleiding] [I - Het mensel. lichaam] [Proces v. seks. different.] [Anatom. ontwikkeling] [De rol van hormonen] [Lichaam van de man] [Lichaam van de vrouw] [Mensel. voortplanting] [Enk. licham. problemen] [II - Seksueel gedrag] [III - Seks. en maatsch.] [Literatuurlijst]