De geboorte

De geboorte

De geboorte van een kind betekent in het leven van een vrouw een grote lichamelijke, psychische en sociale verandering. Als ze bewust voor het moederschap gekozen heeft, ziet ze de meeste van deze veranderingen met plezier tegemoet. In ieder geval kan ze haar lot meer zelf bepalen dan de meeste van haar vrouwelijke voorouders.

In de Victoriaanse tijd werden de vrouwen opzettelijk onwetend gehouden omtrent hun eigen lichaamsfuncties. De hele menselijke voortplanting was als onderwerp taboe. De geslachtsorganen vond men vies. Men mocht niet eens zichzelf naakt zien. Bevruchting, zwangerschap en bevalling waren duistere, mysterieuze zaken. Het gevolg was dat veel vrouwen bang waren om moeder te worden - ze hadden letterlijk geen contact met hun eigen lichaam.

Een bevalling kon in die dagen een hoogst deprimerende, vernederende en gevaarlijke aangelegenheid zijn. Zo werd bijvoorbeeld alom gedacht dat een vrouw haar kinderen moest baren in pijn, dat het haar lot was; dat het goed was dat ze pijn leed, want daardoor werden haar moedergevoelens sterker. Er werd van haar alleen totale passiviteit verwacht. En omdat ze van het hele geboorteproces niets begreep, wist ze nauwelijks wat er met haar gebeurde. Voorts maakten de onhygiënische omstandigheden thuis en in de ziekenhuizen dat er een grote kans op infectie was voor moeder en kind. Veel vrouwen stierven dan ook in het kraambed, en veel zuigelingen werden niet meer dan enkele weken oud.

DE GEBOORTE VAN EEN KIND
1 Vóór de bevalling begint; 2-3 Het eerste stadium van de bevalling; 4-5 Het tweede stadium Van de bevalling; 6 Het derde stadium van de bevalling


 

BEVALLING IN HET ZIEKENHUIS

In Nederland wordt zo’n 62% van alle kinderen in het ziekenhuis geboren. Als er complicaties te verwachten zijn wordt aangeraden in het ziekenhuis te bevallen, omdat daar in geval van nood direct deskundige hulp kan worden geboden.


 


 


Intussen is het kindersterftecijfer, dank zij de ontwikkelingen op medisch gebied, drastisch gedaald en tegenwoordig is de aanstaande moeder op de verlostafel veiliger dan in de auto die haar naar het ziekenhuis brengt. Ook wat het voorbereiden op de zwangerschap betreft is er heel wat veranderd. De moderne vrouw kan zich actief op de geboorte van haar kind voorbereiden en er een positieve gebeurtenis in haar leven van maken.

De eerste arts die een voorbereiden op de bevalling propageerde was de Britse verloskundige Dr. G. Dick-Read. Hij was van mening dat de meeste pijn tijdens het bevallen het gevolg was van onnodige spierspanning. De door hem ontwikkelde manier van ‘natuurlijk bevallen’ heeft tot doel om via een goede lichamelijke en mentale voorbereiding tot ontspanning te komen.

Van recenter datum is de door Dr. F. Lamaze, een Franse verloskundige, ontwikkelde psychoprofy- lactische methode. Deze gaat er van uit dat bevallen een stress-situatie is waaraan de vrouw het best zelf kan deelnemen.

Een derde methode is die van de Amerikaanse verloskundige Dr. Robert Bradley.Bij deze methode wordt de bevalling begeleid door de aanstaande vader. In de loop van een lange cursus leert de toekomstige moeder zich onder leiding van de vader te ontspannen. De cursus duurt veel langer dan die van de Lamaze-methode, maar veel ouders zijn er bijzonder enthousiast over. Doel is te komen tot een nieuwe vorm van lichamelijke en psychische intimiteit tussen man en vrouw en tot een bevalling waarbij geen gebruik wordt gemaakt van geneesmiddelen.

Tenslotte is er een vrij nieuwe methode die de ‘zachte bevalling’ wordt genoemd en die ontwikkeld is door de Franse verloskundige Dr. F. Leboy- er. Met deze methode, die zich vooral richt op het kind, wil men de natuurlijke omstandigheden waarin de foetus in de moederschoot heeft geleefd

-   dus duisternis, stilte en contact met de moeder - niet abrupt afbreken. De verloskamer is daarom nauwelijks verlicht, er staat een badje met warm water klaar, en de medische staf werkt zo stil en rustig mogelijk. In zo’n omgeving komen kinderen stil, met open oogjes en haast lachend ter wereld. Na de geboorte worden ze direct op de buik van hun moeder gelegd. De navelstreng wordt pas doorgeknipt wanneer de ademhaling volledig op gang gekomen is. Een tijd lang masseert de moeder haar kind zachtjes en pas daarna wordt het in warm water gewassen. Deze hele procedure heeft tot doel het ‘geboortetrauma’ zoveel mogelijk te beperken. Er wordt namelijk van uitgegaan dat de pasgeborene een uiterst gevoelig wezentje is.

Er zijn nog wel meer nieuwe manieren van bevallen, maar allemaal zijn ze erop gericht om de geboorte van een kind van een vervelende, passieve gebeurtenis tot een bewust beleefde prestatie te maken. Steeds meer mannen willen aan deze prestatie bijdragen door hun vrouw te steunen, en vaak heeft men in een ziekenhuis graag dat de aanstaande vader tijdens de hele bevalling bij zijn vrouw blijft. Allerlei instanties en klinieken organiseren tegenwoordig cursussen ter voorbereiding op de bevalling voor zowel mannen als vrouwen. Dit soort gezamenlijke voorbereiding brengt de partners vaak dichter tot elkaar en kan worden beschouwd als een zeer positief aspect van verantwoord ouderschap. In Nederland bevalt bijna veertig procent van alle zwangere vrouwen thuis. Vroeger lag dit percentage hoger. In andere landen, waar haast alle vrouwen vroeger naar het ziekenhuis gingen, bevallen tegenwoordig juist veel meer vrouwen thuis. De reden hiervan is dat deze vrouwen hun kind graag de hele dag bij zich willen hebben en alles met het hele gezin willen beleven. In Amerika zijn ook speciale geboortecentra opgericht, maar dit is nog uitsluitend een experiment. Het zijn geen ziekenhuizen en men probeert er de ‘ziekenhuissfeer’ zoveel mogelijk te vermijden. Zolang er vakbekwame hulp aanwezig is en er in noodgevallen vlot over medische hulp kan worden beschikt, zijn al deze ontwikkelingen toe te juichen. In de volgende alinea’s staat kort beschreven welke biologische processen zich bij een bevalling voltrekken.

Bevalling

Artsen delen het geboorteproces in drie fasen in: 1. het langzaam opengaan (het ‘verstrijken’) van de cervix; 2. de eigenlijke geboorte van het kind en 3. het uitdrijven van de placenta of nageboorte. Elk van deze fasen wordt hierna besproken.

De eerste fase van de bevalling De eerste fase van de bevalling duurt het langst. (In het algemeen ongeveer zestien uur bij het eerste kind en ongeveer acht uur bij latere kinderen). In deze periode beginnen de weeën, die geleidelijk aan in frequentie en intensiteit toenemen. Deze weeën zijn de pijnlijke begeleiding van de ritmische spiercontracties van de baarmoeder, gevolgd door volledige ontspanning.

In het begin duren de weeën ongeveer 30 seconden en komen ze eens per 15 á 20 minuten. Na verloop van tijd loopt de periode van ontspanning terug tot 3 á 4 minuten en duren de weeën 60 seconden of langer. Een vrouw die zich goed op de geboorte van haar kind heeft voorbereid, heeft op zwanger- schapsgymnastiek geleerd hoe ze de spanning in haar lichaam kan verlichten met bepaalde ont- spannings- en ademhalingsoefeningen en steunt het proces in haar lichaam in plaats dat ze zich er tegen verzet. Doel van dit proces is het zodanig verwijden van de baarmoederhals dat het hoofdje van het kind er doorheen kan. Zodra dat is gebeurd, is de eerste fase van de bevalling afgelopen en zal de eigenlijke geboorte niet lang meer op zich laten wachten.

Het is tijd om naar het ziekenhuis te gaan of de arts of vroedvrouw te laten komen, als de weeën bijna een minuut duren en ongeveer om de vijf minuten komen. Het uitdrijven van de slijmprop die als barrière fungeert tussen vagina en baarmoeder, is een ander teken dat de geboorte op handen is. Deze prop is gevlekt met wat lichtrood bloed. Een derde teken is het breken van de vliezen van de vruchtwa- terzak (amnionzak). Het vocht dat hierbij uit de vagina komt is helder en waterig.

De tweede fase van de bevalling De tweede fase van de bevalling duurt veel minder lang dan de eerste. (Een uur of twee bij het eerste kind en ongeveer één uur bij latere kinderen). In deze fase komt het kind, normaliter met het hoofd vooruit, via de vagina uit de baarmoeder. De moeder kan actief aan dit proces meewerken door haar buikspieren samen te trekken en uit alle macht te persen. Als het hoofdje er eenmaal is, volgt de rest van het lijfje vanzelf.

De pasgeborene is nog met de placenta in de baarmoeder verbonden door middel van de navelstreng. Voor de voedsel- en zuurstofvoorziening is de placenta nu niet meer nodig. Door de plotselinge temperatuurverandering en verandering in atmosferische druk begint de baby te ademen. Soms pas na een klap op de billetjes. Zodra de ademhaling regelmatig is wordt de navelstreng afgebonden en doorgesneden, een centimeter of vijf vanaf de buikhuid. (Dit wordt niet gevoeld, want de navelstreng bevat geen zenuwen). Na een poosje droogt het overblijvende stompje uit en valt vanzelf af.

De derde fase van de bevalling In de derde en laatste fase van de bevalling worden placenta en navelstreng uit de baarmoeder gedreven. Dit gebeurt ongeveer een kwartier na de geboorte van het kind. Dit uitdrijven van de zogenaamde nageboorte duurt niet meer dan een paar minuten. Daarna begint de baarmoeder weer zijn normale vorm en grootte aan te nemen.

Eventuele complicaties

Bevallen is voor het vrouwenlichaam een normale functie. De meeste gevaren en complicaties in verband met een geboorte behoren tot het verleden. Gewoonlijk hingen ze niet samen met de bevalling zelf, maar met de primitieve en onhygiënische maatregelen waaronder deze plaats vond. Tegenwoordig hoeft een vrouw die tijdens haar zwangerschap regelmatig is gecontroleerd en die bij de bevalling deskundig wordt geholpen, niet meer bang te zijn voor grote moeilijkheden. Een eventu- eel opdoemend probleem is snel en goed op te lossen. Het gebeurt bijvoorbeeld vaak dat door de druk van de verschijnende kinderschedel de vaginaalopening dreigt in te scheuren. In zulke gevallen maakt de arts een kleine incisie (een episiotomie), om inscheuren te voorkomen. Zo’n knipje wordt later met een paar hechtingen verzorgd en geneest snel. Er ontstaat een ander probleem als in plaats van het hoofd - wat normaal is - eerst de voeten of billetjes van het kind verschijnen. Dit heet een stuitligging. De bevalling gaat in zo’n geval langer duren dan normaal en voor het kind kan het een vrij riskante situatie zijn. Een risico voor alle babies is een ooginfectie door gonorrhoe. Om deze te voorkomen kunnen bij de pasgeborene de oogjes worden ingedruppeld met een zilvernitraatoplos- sing. In 1980 heeft de Hoofdinspectie van de Volksgezondheid het advies gegeven om deze behandeling niet meer als routine toe te passen.

Een enkele maal is om een bepaalde reden normaal bevallen niet mogelijk en is een keizersnede nodig. Dit houdt in dat de baarmoeder via de buikwand wordt geopend en dat het kind wordt verwijderd voordat het de vagina binnengaat. De term keizersnede of ‘sectio Caesarea’ is ontstaan door de legende dat Julius Caesar op deze manier ter wereld is gekomen.

Na de bevalling

Na de bevalling zijn moeder en kind uitgeput en hebben zij rust nodig. De vrouwen die in een ziekenhuis zijn bevallen kunnen meestal na enkele dagen weer naar huis. Toch duurt het wel even voordat ze weer helemaal op krachten zijn gekomen. en aan de nieuwe situatie zijn gewend. Hieronder worden enkele aspecten besproken van de periode na de bevalling.

Herstel

Na de geboorte slinkt de baarmoeder en herkrijgt geleidelijk zijn oude vorm. Tijdens dit proces wordt de binnenwand van de uterus afgebroken en via de vagina afgevoerd. In het begin is het materiaal dik en bloederig, later wordt het dun en gelig of wit van kleur. Na zes weken is de baarmoeder weer volledig geslonken. De vrouw kan met bepaalde gymnastiekoefeningen actief aan dit proces deelnemen. Met deze oefeningen kunnen ook klachten als gebrek aan eetlust of obstipatie worden verholpen. Deze klachten komen na een bevalling nogal eens voor. Naast dit soort weinig betekenende klachten zijn veel vrouwen in deze periode nogal depressief. Ze worden overmatig gevoelig, prikkelbaar en kunnen zonder duidelijke aanleiding in huilen uitbarsten. Ten onrechte is deze onverwachte reactie of post- partum-depressie niet altijd serieus genomen. De Amerikanen hebben er een lichtelijk spottende term voor, de baby blues. Grappig is de situatie echter allerminst. De lichamelijke inspanning van de bevalling in combinatie met de eisen die aan een vrouw worden gesteld in haar nieuwe rol als moeder, kunnen haar even te veel worden en plotseling kan haar het gevoel overvallen dat ze niet tegen haar taak is opgewassen. Want uiteindelijk, of men het beseft of niet, moeder worden is in elk vrouwenleven een echte crisis. Maar ook voor deze crisis geldt dat men er een rijper mens door kan worden. Hulp van familie, met name van de vader van het kind, is voor een vrouw in deze situatie een grote steun. Het is een van de vele situaties waarin wederzijds begrip tussen man en vrouw van onschatbare waarde is.

Borstvoeding

Direct na de geboorte van het kind produceren de borsten van de vrouw een melkachtige vloeistof die colostrum (biest) heet. Met dit vocht schijnen anti- lichamen van de moeder op het kind over te kunnen gaan. Na ongeveer drie dagen komt er in plaats van colostrum echte melk. De medische term voor deze melkproduktie is lactatie (van het Latijnse lac: melk), en als de moeder voor borstvoeding kiest, kan ze haar kind enkele maanden lang zelf blijven voeden.

De eerste paar maanden waarin een vrouw haar kind zelf voedt ovuleert zij meestal niet, vanwege bepaalde hormonale reacties in haar lichaam. Er is dus ook geen menstruatie. Dit betekent natuurlijk dat zij in deze periode niet opnieuw kan worden bevrucht. Maar op deze ‘natuurlijke bescherming’ mag niet teveel worden vertrouwd. Zogen is geen vorm van anticonceptie.

Het is een normale zaak dat het zuigen van het kind aan de borst voor de vrouw een seksuele prikkel is. Zorgen hieromtrent zijn volstrekt overbodig. De vrouw moet er van kunnen genieten - het is een situatie die zowel fysiologisch als psychologisch van belang is.

Geslachtsgemeenschap na de bevalling Na de geboorte van haar kind kan het bij sommige vrouwen wel enige tijd duren voordat ze weer zin krijgen in seksuele omgang. Van oudsher hebben echtparen dan ook de raad gekregen om tenminste tot zes weken na de bevalling niet seksueel actief te zijn. Maar uit recente onderzoekingen is gebleken, dat algemene regels in dit opzicht van weinig nut zijn en dat iedereen voor zichzelf moet uitmaken wat voor haar en hem het beste is. Heel vaak kan men al veel eerder geslachtsgemeenschap hebben, zonder dat dit schadelijk is voor de moeder. Zuiver medisch gezien is er tegen seksueel contact geen bezwaar meer zodra de vaginale afscheiding is opgehouden en eventuele inscheuringen of inknip- pingen in de vagina genezen zijn. Met een geringe bruine afscheiding hoeft geen rekening te worden gehouden.

Volledige communicatie (en daar hoort seksuele communicatie ook bij) tussen de ouders is natuurlijk ook in het belang van het pasgeboren kind. Maar in deze periode hoort in de eerste plaats rekening te worden gehouden met de persoonlijke gevoelens en wensen van de vrouw.

[Sex Atlas] [Inhoud] [Wrd. voor. - bewerkers] [Inleiding] [I - Het mensel. lichaam] [Proces v. seks. different.] [Anatom. ontwikkeling] [De rol van hormonen] [Lichaam van de man] [Lichaam van de vrouw] [Mensel. voortplanting] [Enk. licham. problemen] [II - Seksueel gedrag] [III - Seks. en maatsch.] [Literatuurlijst]