Abortus

Abortus

De term abortus wordt door medici zowel voor de onbedoelde als voor de bedoelde voortijdige beëindiging van een zwangerschap gebruikt. Wanneer een zwangerschap in de eerste vier maanden eindigt is het een abortus; na die tijd spreekt men meestal van een miskraam. In het gewone niet medische woordgebruik wordt met het woord abortus echter meestal het opzettelijk afbreken van een ongewenste zwangerschap bedoeld.

De oorzaken van het ongewenst zijn van een zwangerschap kunnen velerlei zijn. Sommige mensen weten te weinig van voorbehoedmiddelen of kunnen geen voorbehoedmiddelen krijgen, of het gebruikte voorbehoedmiddel faalt. Wat de oorzaak ook is, een ongewenste zwangerschap geeft vaak grote problemen.

Voor ouders die het al moeilijk hebben met een of meer andere kinderen kan een kind erbij voor het hele gezin veel narigheid en zorg betekenen. Een zwangere vrouw die lichamelijk zwak of ziek is, of die een verslavingsprobleem heeft, kan haar eigen gezondheid nog meer in gevaar brengen of een ziek of misvormd kind ter wereld brengen. Een jonge ongehuwde vrouw kan er totaal nog niet aan toe zijn om de verantwoording voor het moederschap te gaan dragen, of is er misschien niet toe in staat of bereid. De ongewenstheid van de zwangerschap is in zulke gevallen niet alleen een ramp voor de vrouw, maar ook voor het kind.

In deze en soortgelijke gevallen is het heel goed mogelijk dat een vrouw besluit dat een vrijwillige abortus de enige oplossing is. Vroeger was zo’n abortus moeilijk te verwezenlijken en probeerden vrouwen uit wanhoop zichzelf te aborteren, waarbij ze hun gezondheid of hun leven riskeerden. Met hetzelfde risico gingen ze ook wel naar een ondeskundige aborteur. Ook nu nog wordt er in de politiek en in de kerk heftig gedebatteerd over de vraag of vrouwen wel of niet het recht hebben zich te laten aborteren.

Tegenstanders van abortus beschouwen zichzelf als beschermers van het ongeboren kind en het menselijk leven zien ze als ‘heilig’. Dat zijn twee hoogst achtenswaardige motieven. Maar op grond van dezelfde motieven hebben andere mensen partij gekozen voor de vrouw die een abortus wil, en vechten zij voor de verkrijging van het recht hierop. Het is niet erg waarschijnlijk dat beide partijen elkaar ooit zullen vinden. Het is ook duidelijk dat de wetenschap dit dilemma niet zal kunnen oplossen. De vraag wanneer een menselijk leven begint en onder welke omstandigheden het mag worden beëindigd, is niet op wetenschappelijke wijze te beantwoorden. Dit zijn in feite morele kwesties en ieder dient met zijn eigen geweten uit te maken hoe hij hier tegenover staat.

De diverse godsdiensten en filosofieën zijn van oudsher gekomen met hun morele adviezen. Hun gezichtspunten stemden echter lang niet altijd overeen. Sommige moderne religies zijn onder bepaalde omstandigheden en in een vroeg stadium van de zwangerschap niet tegen abortus, andere zijn dat onvoorwaardelijk wel en beschouwen iedere abortus als moord (met uitzondering van gevallen waarbij het leven van de moeder gevaar loopt, dan is het zelfverdediging). De katholieke kerk stelt zich tegenwoordig bijvoorbeeld op het standpunt (dit in tegenstelling tot wat zij in de middeleeuwen leerde), dat een embryo een menselijk leven is ‘vanaf het moment van bevruchting’. Maar wetenschappelijk is men het er niet over eens óf en wanneer dat moment er is. In zekere zin is het een kwestie van definities. Wetenschappelijk bezien is het beter om het ontstaan van een menselijk wezen niet als een plotseling gebeuren te omschrijven, maar als een geleidelijk verlopend, ingewikkeld proces dat begint met de vereniging van een ei- en een zaadcel (bevruchting) en dat via verschillende stadia uitloopt in de vasthechting van een groeiend trosje cellen aan de baarmoederwand (implantatie). Een automatisch proces is het zeker niet. Het is afhankelijk van een aantal omstandigheden die met elkaar verband houden en die niet altijd aanwezig zijn. In sommige gevallen neemt de ontwikkeling een geheel andere wending, is er geen implantatie en gaat de bevruchte eicel gewoon verloren. In de geneeskunde is het dan ook gebruikelijk om pas van het begin van een zwangerschap te spreken wanneer de implantatie heeft plaatsgehad. (Zie voor details ‘De bevruchting’).

Tot nu toe is abortus in Nederland nog steeds bij de wet verboden. Maar abortusklinieken kunnen de laatste tien jaar vrijwel ongehinderd functioneren. Onze wetgeving is dan ook niet gebaseerd op het idee dat abortus moord is. Was dat wél het geval, dan zou iedere aborteur dezelfde straf opgelegd hebben gekregen als een moordenaar. Een aborteur is echter altijd veel minder zwaar gestraft. En bovendien werd de belangrijkste betrokkene bij het misdrijf, de vrouw die zich had laten aborteren, zelden of nooit gerechtelijk vervolgd.

Uit dit merkwaardige aarzelen, deze tweeslachtige houding van de wetgever, is af te leiden dat de moderne, seculaire staat niet van plan is een bepaald moreel of kerkelijk standpunt te steunen, maar op zoek is naar een compromis. De overheid, die rekening moet houden met aanhangers van een groot aantal verschillende, vaak tegenstrijdige opvattingen en die geacht wordt iedereen te beschermen, kan alleen aan deze verplichting voldoen door haar wetten te baseren op zuiver rationele overwegingen. Voor wat betreft abortus wijzen deze overwegingen duidelijk in één richting: de zaak volledig overlaten aan de geneeskunde en het geweten van het individu.

Het is misschien nuttig om te bedenken dat de vroegere wetten met name om medische redenen zijn gemaakt. Aan het einde van de 19e eeuw was een abortus een gevaarlijke operatie die gemakkelijk tot de dood van een vrouw kon leiden. Inmiddels zijn de medische technieken dusdanig geperfectioneerd dat een vroege abortus als zeer veilig kan worden beschouwd. Het is voor de staat daarom nu ook veel gemakkelijker om een abortus als een privé-zaak te zien en haar beschermende inmenging grotendeels achterwege te laten. Dit veranderde wettelijke standpunt betekent natuurlijk allerminst dat abortus als iets wenselijks wordt gezien. Het betekent alleen dat wordt ingezien dat het onverstandig is om een abortus tot een misdrijf te bestempelen. Mensen die vinden dat abortus moord is, blijven vrij om voor zichzelf geen abortus te willen.

En zo hoort het ook, want gedwongen abortus is, net als gedwongen moederschap, onverenigbaar met het ideaal van vrijheid, gelijkheid en zelfbeschikkingsrecht. Vroeger kwam er van de verwezenlijking van dit ideaal weinig of niets terecht. En vooral voor wat betreft abortus was de ongelijkheid een schrijnend feit van alledag. Wie geld had kon in een ander land, waar de wetgeving progressiever was, maar ook wel in eigen land, altijd wel terecht voor een veilige abortus. Het waren vooral de armen en de mensen met een lager ontwikkelingsniveau die opdraaiden voor de gevolgen van een ongewenste zwangerschap of van een slecht uitgevoerde abortus.

Maar het aantal mensen en organisaties dat opkomt voor ‘de rechten van het ongeboren kind’ is groot. Aangenomen mag worden dat hun campagnes worden gevoerd vanuit hooggestemde idealen;

dat men er altijd vanuit moet gaan dat abortus niet iets is om blij mee te zijn of licht over te denken, staat natuurlijk vast. Elk besluit tot abortus is op zijn best een moeilijk en betreurenswaardig besluit. En zelfs als men het embryo of de foetus even buiten beschouwing laat, is en blijft een abortus een medische ingreep die voor de potentiële moeder complicaties met zich kan meebrengen.

Geen mens met enig gevoel zou abortus dan ook willen gaan zien als zomaar een routine-ingreep. Het zou veel beter zijn wanneer er een situatie ontstond waarin abortus overbodig zou worden. Dit doel is alleen te bereiken met het consequent en universeel toepassen van voorbehoedmiddelen. Dat betekent wel dat mensen die strafrechtelijke maatregelen tegen abortus voorstaan niet overtuigend (en zelfs hypocriet) overkomen, zolang zij het gebruik van anticonceptiva niet bevorderen. Dit bevorderen moet dan wel veel méér inhouden dan het accepteren van de tot nu toe ‘aanvaardbaar’ geachte middelen.

Eén ding is gelukkig duidelijk: iedere vrouw die een abortus wenst kan die, als ze er enige moeite voor doet, krijgen. Onder géén beding moet een vrouw naar een aborteur gaan die geen arts is, of moet ze zelf iets proberen te doen. Om in een abortuskliniek te worden geholpen moet de vrouw eerst naar haar huisarts voor een zwangerschapstest. Is deze positief dan vraagt zij de arts haar door te verwijzen voor een abortus. Weigert de huisarts, dan kan de vrouw naar een andere arts gaan, bijvoorbeeld naar die van het dichtstbijzijnde consultatiebureau van de Dr. J. Rutgers Stichting.

En onthoud:

•     Vraag altijd advies aan een deskundige wanneer je een abortus overweegt.

•     Voor een abortus geldt: hoe eerder hoe beter.

•      In een abortuskliniek verloopt een abortus vrijwel zonder risico’s.

•     Ga niet naar een aborteur die geen arts is.

•     Probeer niet jezelf te aborteren.

Abortusmethoden

Het is een heel verschil of een abortus vroeg in de zwangerschap plaats vindt of laat. Hoe vroeger de abortus, hoe beter. In de eerste twaalf weken van de zwangerschap is een abortus een betrekkelijke veilige en simpele ingreep die poliklinisch wordt gedaan. Men hoeft dus zelfs niet voor één nacht in de kliniek te blijven. Na de twaalfde week is er meer kans op complicaties, moet er een ingewikkelder techniek worden toegepast, en worden de vrouwen meestal een paar dagen opgenomen. Na de twintigste week wordt een gewenste abortus, zelfs in landen waar abortus gelegaliseerd is, meestal medisch onaanvaardbaar geacht, behalve in zeer uitzonderlijke gevallen. Tegen die tijd is de foetus namelijk al zo ver ontwikkeld dat er bij een te vroege geboorte een overlevingskans is. Om deze en andere redenen zullen de meeste artsen abortus in zo’n vergevorderd stadium weigeren.

We moeten goed beseffen dat elke abortus, zelfs een vroege, een medische ingreep is die, onder bepaalde omstandigheden, complicaties tot gevolg kan hebben. Het zoeken naar nieuwere, nog veiliger abortusmethoden gaat echter nog altijd door. Bij enkele methoden die nog in een experimenteel stadium verkeren, maakt men gebruik van prostaglandinen (stoffen die maken dat de baarmoeder begint samen te trekken). Deze stoffen kunnen in elk stadium van de zwangerschap een bevallings- mechanisme op gang brengen. Aangezien deze methode nog verder moet worden geperfectioneerd, wordt hij nog niet algemeen toegepast. Alle pillen, injecties en andere aborterende middelen die openlijk of in het geheim worden verhandeld, zijn ondeugdelijk en het gebruik ervan is zeer riskant.


DRIE ABORTUSMETHODEN

1.    Dilatatie en curettage

Hiernaast ziet u enkele cervix-dilatatoren en een curette.Met de dilatator wordt zowel bij de meer ouderwetse D & C-methode als bij de moderne zuigcurettage de baarmoederhals opgerekt. De curette wordt uitsluitend gebruikt bij de D & C-methode, om embryo en placenta van de baarmoederwand los te maken.

2.    Zuigcurettage

Met een kogeltang wordt de cervix aangehaakt en open gehouden, en vervolgens wordt via de cervix een canule in de baarmoeder gebracht. Deze canule is verbonden met een transparante buis, waardoor het embryo wordt weggezogen.

3.    Inspuiten van een sterke zoutoplossing

Via de buikwand wordt een naald in de baarmoeder gebracht. Er wordt wat vruchtwater weggehaald en dit wordt vervangen door een sterke zoutoplossing, waardoor de foetus afsterft.

Een vrouw die voor abortus kiest moet weten welke methoden medisch aanvaardbaar zijn en worden toegepast. Zij weet dan wat haar in de abortuskliniek of in het ziekenhuis te wachten staat. Andere methoden dan die welke hier worden beschreven zijn óf onwerkzaam óf gevaarlijk, of beide.

Methoden bij vroege abortus

Menstruatieregulatie

Pas zo’n veertig dagen of meer na de laatste menstruatie wordt de uitslag van de gewone zwangerschapstest betrouwbaar. Vrouwen die vermoeden dat ze zwanger zijn maar niet zo lang willen wachten voordat hun vermoeden kan worden bevestigd, kunnen om een behandeling vragen die bekend staat als menstruatieregulatie, endometriumaspira- tie, menstruatie-extractie of preventieve abortus. Deze behandeling is min of meer gelijk aan die welke bij het inbrengen van een spiraaltje wordt gegeven. Net als bij het plaatsen van een spiraaltje brengt de arts een klein buisje via de baarmoederhals in de baarmoeder. Maar in plaats van dóór dit buisje het spiraaltje aan te brengen sluit hij aan het uiteinde een afzuigapparaatje aan, waarmee het slijmvlies van de baarmoederwand voorzichtig wordt weggezogen (‘geaspireerd’ of ‘geëxtraheerd’). De procedure duurt maar een paar minuten en kan gemakkelijk in de spreekkamer van de dokter worden gedaan. Natuurlijk is de term ‘abortus’ voor deze methode alleen juist indien de vrouw inderdaad in het beginstadium van een zwangerschap is. Als zij niet zwanger is en haar menstruatie alleen maar te laat is, is de term menstruatie-regula- tie meer op zijn plaats. De methode is bedoeld ter opvulling van de leemte tussen ‘anticonceptie vooraf en ‘abortus achteraf. Het is een betrekkelijk nieuwe methode die nog niet veel wordt toegepast.

Zuigcurettage

De methode van zuigcurettage, ook wel ‘vacuüm- curettage’ of‘uterusaspiratie’ genoemd, is de veiligste en meest gebruikte techniek voor vroege abortus die we op dit moment hebben. Nadat de baar- moederhals is opgerekt wordt een aan een zuig- pomp bevestigd buisje in de baarmoeder gebracht. De pomp, die volgens het principe van een stofzuiger werkt, zuigt het embryo en de placenta door transparante buisjes uit de baarmoeder in een soort fles. De hele ingreep duurt niet langer dan een paar minuten.

Dilatatie en curettage

Deze reeds langer bestaande techniek, ook wel kortweg D & C genoemd, verschilt in feite niet veel van de zuigcurettage. Ook hierbij wordt de baar- moederhals,enigszins opgerekt. Maar een buis en een pomp komen er niet aan te pas. De gehele ingreep geschiedt met de hand. Er wordt een instrument in de baarmoeder gebracht met een uitgehold, lepelvormig uiteinde. Dit instrument heet curette. Het wordt gebruikt om het embryo en de placenta van de baarmoederwand los te maken en de totale inhoud van de baarmoeder door de baarmoederhals naar buiten te brengen. Deze ingreep duurt ongeveer een kwartier.

Methoden bij late abortus

Inspuiten van een geconcentreerde zoutoplossing Bij deze methode wordt het vocht waarin de foetus zich bevindt vervangen door een geconcentreerde zoutoplossing. Via de buik wordt een lange, holle naald in de vruchtwaterzak binnen de baarmoeder gestoken. De foetus sterft door de zoutoplossing af. Binnen twee dagen na deze ingreep beginnen doorgaans weeën, waarbij de dode foetus ter wereld komt.

Hysterotomie

Hysterotomie is een soort keizersnede. Via een incisie in de buikwand en de baarmoederwand worden foetus en placenta verwijderd. Het is een grote operatie waarvoor de vrouw altijd enkele dagen in het ziekenhuis moet blijven. Een vrouw die een hysterotomie (niet te verwarren met een hysterectomie, het totaal wegnemen van de baarmoeder) heeft ondergaan, kan nog wel zwanger worden, maar de arts zal dan meestal in plaats van een natuurlijke bevalling een keizersnede prefereren.

[Sex Atlas] [Inhoud] [Wrd. voor. - bewerkers] [Inleiding] [I - Het mensel. lichaam] [Proces v. seks. different.] [Anatom. ontwikkeling] [De rol van hormonen] [Lichaam van de man] [Lichaam van de vrouw] [Mensel. voortplanting] [Enk. licham. problemen] [II - Seksueel gedrag] [III - Seks. en maatsch.] [Literatuurlijst]