Seksueel onvermogen

Seksueel onvermogen

Eerder hebben wij al gezien dat sommige mensen in hun seksueel uiten worden belemmerd door bepaalde lichaamsgebreken, handicaps, ziekten of misvormingen (zie ‘Enkele lichamelijke problemen’). Er zijn echter ook mensen die lichamelijk niets mankeren maar die niet ten volle van hun seksualiteit kunnen genieten omdat hun seksuele respons om psychische redenen verzwakt, geremd, of zelfs totaal geblokkeerd is. Zo iemand lijdt aan ‘seksueel onvermogen’ of een ‘seksuele dysfunctie’. Het onderscheid tussen lichamelijke en geestelijke oorzaken van seksueel onvermogen is, tot op zekere hoogte, natuurlijk vrij willekeurig, aangezien lichaam en geest zo nauw met elkaar verweven zijn dat een scherpe scheidslijn niet aan te geven is. Bovendien is het vaak niet helemaal juist om van seksueel onvermogen bij een bepaalde persoon te spreken, want meestal is het een stoornis die zich uitsluitend in relatie tot iemand anders manifesteert. In veel gevallen is het dan ook zinvoller om van een gestoorde seksuele relatie tussen twee mensen te spreken. Sextherapeuten gaan er tegenwoordig in ieder geval meestal van uit dat het niet zozeer het individu als wel het paar is dat met een probleem zit. Daarom wensen zij uitsluitend beide partners gezamenlijk te behandelen.

Volgens een vrij recente schatting heeft in meer dan de helft van alle Amerikaanse huwelijken tenminste één van de partners een seksueel probleem. Dit heeft ongetwijfeld consequenties voor de andere partner, die in principe zelf geen moeilijkheden hoeft te hebben. Beide mensen leven dus met een seksuele frustratie. In sommige huwelijken wordt deze frustratie natuurlijk veroorzaakt door een bepaald lichaamsgebrek, maar zelfs in die gevallen zijn de mogelijkheden op seksueel gebied met realistische adviezen van een deskundige soms nog te verruimen en komt men weer tot een redelijk minimum aan bevrediging. Meestal gaat het echter om problemen van psychische aard, die met moderne sextherapie verregaand te verhelpen zouden zijn. Na het pionierswerk in de zestiger jaren van William Masters en Virginia Johnson zijn tal van nieuwe therapeutische technieken ontwikkeld en vele daarvan worden thans over de gehele wereld met succes toegepast.

Vreemd genoeg blijkt juist uit het succes van en de groeiende behoefte aan sextherapie, hoe groot de behoefte aan nieuwe seksuele opvattingen is. Narigheid op seksueel gebied blijkt een wijd verbreid probleem. Over de exacte aantallen valt nog niet veel concreets te zeggen, maar dat het er veel zijn staat vast.

In het verleden werd seksueel onvermogen bij de man - als men dacht dat hij er zelf onschuldig aan was - toegeschreven aan tovenarij of aan een vloek. Achtte men hem zelf schuldig dan weet men zijn toestand aan ‘degeneratie’, ‘zelfbevlekking’, ‘immoraliteit’ en ‘onmatigheid’. Tegenwoordig weten we dat al deze verklaringen onjuist zijn en dat de werkelijke oorzaken elders liggen. Mensen krijgen vooral problemen op seksueel gebied door een strenge opvoeding, traumatische seksuele ervaringen, onwetendheid, bekrompen godsdienstige opvattingen en slechte adviezen van slecht geïnformeerde geestelijken, adviseurs voor huwelijksmoeilijkheden, artsen, psychotherapeuten en andere vakmensen. Deze oorzaken zijn in feite stuk voor stuk terug te voeren tot het in seksueel opzicht repressieve karakter van onze beschaving.

De seksuele onderdrukking waarin wij allemaal leven heeft vele kanten; de meeste worden elders in dit boek besproken. Maar wat betreft het menselijk seksueel functioneren is er één negatieve factor die belangrijker schijnt dan alle andere: en dat is onze veel te grote aandacht, onze obsessie haast, voor de mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen. De veel te grote betekenis die aan de geslachtsorganen wordt toegekend, heeft niet alleen de gemiddelde gewone mens, maar ook sommige theoretici op seksueel gebied blind gemaakt voor de enorme gevarieerdheid van de menselijke seksuele vermogens. Het hoogste seksuele ideaal is nog altijd het voortplantingsvermogen, met het gevolg dat de seksuele relaties in onze maatschappij onder drie misvattingen gebukt gaan:

•      De man moet het initiatief nemen,

•     de belangrijkste vorm van seksueel contact is de coïtus en

•     het orgasme is belangrijker dan rustig sensueel genieten.

Door deze vooroordelen leven talloze mannen en vrouwen van tegenwoordig met een seksueel probleem. Gelukkig is de laatste jaren gebleken dat velen van hen te helpen zijn door alleen maar de nadruk even te verleggen en een evenwichtiger seksuele benaderingswijze te zoeken. Zo is het vaste patroon van de seksueel actieve man en de passieve vrouw, dat veel mensen zich als model kiezen, in feite veel te beperkt. Een man van wie wordt verwacht dat hij altijd moet beginnen en die het nooit eens ‘over zich heen kan laten komen’, gaat zich wel eens afvragen of hij dat wel altijd zal kunnen blijven volhouden. Dat afvragen kan tenslotte uitgroeien tot regelrechte faalangst. Deze angst blokkeert dan weer zijn gewone seksuele responsen, en het gevolg is dat het hem niet meer lukt zichzelf en zijn partner te bevredigen. Daarentegen gaat een vrouw die geleerd heeft dat het niet ‘vrouwelijk’ is om het initiatief te nemen, zich zo sterk inhouden en raakt in haar kunstmatige passiviteit zó gefrustreerd, dat vrijen voor haar tenslotte onprettig wordt en niet meer hoeft. Dat ook zij dan een seksuele dysfunctie ontwikkeld heeft, is logisch. In beide gevallen ligt de oplossing voor de hand: een bewuste tijdelijke omkering van de rollen maakt aan de angst en frustratie een eind en de geblokkeerd geraakte seksuele responsen gaan weer functioneren. Uit wat hierna volgt zal blijken dat bij moderne sextherapie vaak gebruik wordt gemaakt wordt van oefeningen waarbij het initiatief van de vrouw moet uitgaan.

Ten tweede, doordat te veel nadruk op de coïtus wordt gelegd, gaan veel mensen andere vormen van vrijen verwaarlozen en worden zo het slachtoffer van verveling en sleur. Erger nog, door zich uitsluitend te richten op hun genitale contact, verliezen hun andere erogene zones langzamerhand hun gevoeligheid. Dit leidt dan weer tot een situatie waarin uitsluitend de geslachtsdelen ‘de verantwoordelijkheid voor de seksuele bevrediging te dragen krijgen’ en de rest van het lichaam ‘er buiten’ blijft. De seksuele respons laat zich echter niet op deze manier inperken, verdelen of in vakjes stoppen, en kan op den duur ernstig gestoord raken. Aan de andere kant is het werkelijk verbazingwekkend hoe de seksuele respons zich weer helemaal kan herstellen als men op vormen van vrijen zonder coïtus overstapt. Dat is ook de reden waarom veel sextherapeuten hun cliënten tegenwoordig leren hoe men zijn seksuele zelfvertrouwen kan herwinnen door alleen met de handen en monden te vrijen. Ook is opmerkelijk dat homoseksuele paren, voor wie de coïtus onmogelijk is, zelden of nooit aan de ernstige dysfuncties lijden die bij heteroseksuelen zo gewoon zijn. Zowel mannelijke als vrouwelijke homoseksuelen vinden het een vanzelfsprekende zaak dat zij op allerlei verschillende manieren seksuele bevrediging kunnen vinden en zijn er daarom aan gewend om van iedere seksuele situatie iets te maken. Veel ‘hetero’s’ zouden hier nog wat van kunnen leren. In veel landen wordt niet-coïtaal vrijen (ook tussen man en vrouw) echter nog altijd als ‘ontucht’ beschouwd en is als zodanig ook strafbaar. Misschien blijkt hieruit nog wel het duidelijkst hoe barbaars de officiële seksuele normen nog kunnen zijn. (Zie voor details ‘Aangepast gedrag en afwijkend gedrag - Wettig-onwettig).

De te grote nadruk op het orgasme ontneemt mensen veel van hun seksuele plezier, omdat het vrijen er door wordt bekort en in een doelgerichte taak verandert. Sex wordt werk, en als zodanig de zoveelste test waarmee men moet bewijzen dat men faalt of slaagt. Tegelijkertijd wordt de geslaagde finale, de ‘climax’ van het seksuele contact, niet het contact zelf, de zaak waar alles om draait. Het is niet langer het proces zelf dat alle aandacht opeist, maar het produkt. Dit uitsluitend gefixeerd zijn op het eventuele resultaat vermindert over het algemeen het plezier in wat men aan het doen is. Het kan de normale seksuele respons zelfs ernstig verstoren. Als gevolg daarvan komen mannen veel sneller klaar dan ze eigenlijk zouden willen en komen vrouwen helemaal niet klaar. Moderne sextherapeuten hebben echter bewezen dat deze seksuele dysfuncties (evenals de hierboven genoemde dysfuncties) kunnen verdwijnen als de partners zich anders opstellen. Onderdeel van de behandeling is vaak dat zowel de man als de vrouw bij het vrijen een orgasme met opzet moeten proberen te vermijden. Men moet het elkaar zoveel mogelijk naar de zin proberen te maken, maar het lichaams- contact moet worden afgebroken op het moment dat hij of zij bijna een orgasme krijgt. Sommige therapeuten gaan zelfs zover dat zij hun cliënten verbieden klaar te komen, maar geven daarbij tegelijk opdracht elkaar dagelijks langere tijd aan te raken en te strelen. Deze simpele leefregels hebben vaak al grote gevolgen. Van hun ‘prestatiedwang’ bevrijd geven beide partners zich, voor het eerst in hun leven, over aan seksueel genot; soms verandert hierdoor hun hele houding ten opzichte van elkaar. Door deze verandering neemt ook hun vermogen tot het krijgen van een orgasme toe. Tenslotte, na een paar weken, als de seksuele respons hersteld is en de therapeut het verbod heeft opgeheven, wordt het orgasme een regelmatige, welkome belevenis en is bepaling van het tijdstip niet langer een probleem. Bovendien is het van een verplichting veranderd in een keuzemogelijkheid. Een orgasme is niets meer of minder dan een prettige onderbreking van een overigens continu proces waarin prettige gevoelens worden opgewekt. Het allerbelangrijkst is echter dat de partners geleerd hebben dat zij niet tegelijk klaar hoeven komen, of bij elk seksueel contact een orgasme moeten hebben. Af en toe géén orgasme hoeft aan het geluk niets af te doen. Vrijen is tenslotte geen wedstrijd en geen gevecht. Begrippen als winnen en succes horen in een goede seksuele relatie niet thuis.

Seksuele dysfuncties schijnen de mensheid zo lang men zich heugen kan te hebben geplaagd. Zo weten wij bijvoorbeeld dat zulke problematiek al door artsen uit de oudheid en de middeleeuwen werd onderzocht en dat zij er verschillende medische oplossingen voor bedachten. Toch schijnen stoornissen van deze aard in onze tijd ernstiger te worden en in frequentie toe te nemen. In de 19e en 20e eeuw werden zij veelal door psychiaters behandeld, zij het doorgaans met weinig resultaat. Nu weten wij dat dit moeilijk anders kon, want van de bij het seksueel functioneren betrokken fysiologische processen begreep men toen nog bitter weinig. (Zie voor details ‘Aangepast gedrag en afwijkend gedrag - Gezond-ziek’).

Pas na het specifieke onderzoek van wetenschapsmensen als Masters & Johnson konden therapeuten seksuele dysfuncties op een directe manier gaan behandelen, en niet alleen symptomatisch. Zelf begonnen Masters & Johnson een kliniek voor sextherapie; hun succes maakte dat anderen hun voorbeeld al snel volgden. Masters & Johnson waren ook de eersten die met uit een mannelijke en een vrouwelijke therapeut bestaande dubbelteams gingen werken en paren in plaats van afzonderlijke mensen behandelden. Bij deze paren ging het om al dan niet gehuwde mannen en vrouwen die hun hetero- of homoseksuele partner meenamen. Mensen zonder vaste partner kregen gedurende de behandeling een ‘surrogaatpartner’. Intussen zijn deze en andere kenmerken van de benadering van Masters & Johnson op ruime schaal geïmiteerd. Tegenwoordig zijn er zowel in Europa als in Amerika veel bekwame sextherapeuten die met toenemend succes hun cliënten helpen.

Verder is er een nieuwe vorm van sextherapie ontwikkeld door het Amerikaanse National Sex Forum, in samenwerking met het University of California Medical Center in San Francisco. Bij deze therapie (die Sexual Attitude Restructuring,afgekort SAR, wordt genoemd) wordt van films en andere visuele hulpmiddelen gebruik gemaakt.

Op de nu volgende bladzijden worden een aantal methodes besproken die op dit moment bij sextherapie het meeste succes hebben, met name de methodes van Masters & Johnson. Bij nader inzicht bleek het echter beter een aantal van de door hen gebruikte vaktermen te vervangen door eenvoudiger begrippen.

Sexueel onvermogen bij de man

In de meeste boeken over menselijke seksualiteit wordt tegenwoordig onderscheid gemaakt tussen drie seksuele dysfuncties bij de man: ‘impotentie’, ‘ejaculatio praecox’ en ‘onvermogen tot ejaculatie’. De gemiddelde leek zal van deze woorden niet veel begrijpen. En zo hij al de moeite neemt er zijn woordenboek op na te slaan zal dit hem niet veel verder brengen.

Het woord ‘impotentie’ (letterlijk: machteloosheid, van het Latijnse impotens: machteloos) heeft een vervelende klank, maar is ook vreemd vaag. De term ‘ejaculatio praecox’ of ‘voortijdige ejaculatie’ schijnt te impliceren dat er zoiets als een objectieve norm voor het juiste moment van ejaculeren is, met andere woorden, dat er zoiets is als een ‘ejaculatie precies op tijd’, een ejaculatie na een bepaalde periode. De term ‘onvermogen tot ejaculatie’ tenslotte, doet vermoeden dat sommige mannen in het lozen van zaad bekwamer schijnen te zijn dan andere. In werkelijkheid heeft bekwaamheid er echter niets mee te maken. Een ejaculatie is, net als een nies, een respons die door de wil van de mens op geen enkele manier te beïnvloeden is. Hij kan uitblijven, maar als hij komt dan kan niemand er ook maar iets aan tegenhouden, vertragen, of veranderen. Overigens, ejaculaties zijn slechts bijkomstigheden bij orgasmes - een man kan best een orgasme hebben zonder zaadlozing. Het zou natuurlijk dwaasheid zijn om te zeggen dat zo’n man seksueel onbekwaam is. Het is niet zozeer de afwezige ejaculatie als wel het afwezige orgasme dat in feite het probleem geeft. (Zie voor details ‘De mannelijke seksuele respons’).

De ouderwetse terminologie heeft nóg een bezwaar: de termen die voor seksuele problemen bij mannen en voor seksuele problemen bij vrouwen gebruikt worden zijn totaal verschillend. Het gevolg is dat veel mensen in de verkeerde veronderstelling leven dat de lichaamsreacties van mannen en vrouwen in wezen niet met elkaar te vergelijken zijn. Maar uit modern seksuologisch onderzoek is duidelijk gebleken dat het wel degelijk zin heeft om ze met elkaar te vergelijken. Nu pas zijn we gaan inzien dat niet alleen de seksuele reacties, maar ook de seksuele dysfuncties bij mannen en vrouwen vrijwel identiek zijn. Er is daarom behoefte ontstaan aan nieuwe, voor beide seksen bruikbare termen. Zowel de mannelijke als de vrouwelijke seksuele respons kan op drie manieren onvoldoende zijn:

1.  De coïtus kan niet beginnen omdat de noodzakelijke beginreactie in de geslachtsorganen ontbreekt (gebrek aan opwinding bij beide seksen en vaginisme bij vrouwen).

2.   De coïtus is frustrerend omdat een van beide of beide partners van oordeel zijn dat het orgasme hetzij te vroeg, hetzij te laat komt (ongewenste timing van het orgasme).

3.   Het orgasme blijft volledig uit (anorgasmie).

Op de volgende bladzijden wordt uiteengezet op welke manier deze drie primaire functiestoornissen zich bij de man manifesteren.

Gebrek aan lichamelijke opwinding Een chronisch gebrek aan opwinding, geen erectie krijgen dus, kan natuurlijk tal van lichamelijke oorzaken hebben onder meer verwondingen, ziekten en kwalen, zenuwbeschadiging bij diabetes, enz. Zulke situaties moeten worden behandeld door een arts. Er zijn op dit moment diverse behandelwijzen (o.a. met siliconen en opblaasbare prothesen) die veel kunnen verbeteren. Maar aangezien het hier zuiver lichamelijke problemen betreft, gaan we er niet nader op in.

Er zijn ook mannen die lichamelijk niets mankeren maar die bij het proberen van een coïtus nog nooit een erectie hebben kunnen krijgen. Dat wil zeggen, hun natuurlijke seksuele respons is zo volledig geblokkeerd dat zij vrezen bij geen enkele partner ooit seksuele bevrediging te zullen vinden. Deze deprimerende situatie kan verschillende oorzaken hebben. Meestal gaat het echter om een combinatie van negatieve factoren. Een gangbare psychologische verklaring is bijvoorbeeld de volgende: iemand kan als kind een heerszuchtige maar mooie moeder hebben gehad, die hem als jongen totaal geen vrijheid liet; of hij kan hebben geleerd dat alle sex zondig, vies of gevaarlijk is. Als zo iemand de eerste keer dat hij een coïtus probeert al faalt, komt hij zijn negatieve conditionering soms nooit meer te boven. Iemand anders kan sterke homoseksuele neigingen hebben, maar bang zijn dat zichzelf te bekennen. Het onopgeloste innerlijke conflict maakt dan dat zijn lichaam niet meer goed kan functioneren. Mannen in zulke of andere situaties hebben natuurlijk meer hulp nodig dan hun partner of echtgenote hun zal kunnen geven. Zij zullen het van intensieve sextherapie moeten hebben. Zulke therapie kan ook nodig zijn bij een tweede, veel grotere groep mannen - mannen die vroeger wel tot een coïtus in staat waren, maar die dat vermogen hebben verloren. Zij hebben óf helemaal geen erecties meer, óf nog slechts af en toe. Als een man een enkele keer eens geen erectie kan krijgen is dat natuurlijk volkomen normaal. Een man is tenslotte geen machine. Mannen die zorgen hebben, moe zijn, of te veel gedronken hebben, zijn soms wel in de stemming om te vrijen, maar hun lichaam reageert niet zoals zij zouden willen. Wilskracht of acrobatische toeren leveren in zulke gevallen niets op. Men kan de situatie het beste nemen zoals hij is en er van maken wat er van te maken valt. Dan is het bijvoorbeeld goed te bedenken dat men zijn partner ook zonder erectie kan bevredigen. Een slappe penis kan met de hand in de vagina worden gestopt en als hij ook dan nog slap blijft, kan men tóch wat coïtusbewegingen maken. Ook op die manier kan een vrouw klaarkomen. Bovendien kan de man vrijen met zijn handen, zijn lippen en zijn tong (zie ‘Manueel geslachtsverkeer’ en ‘Oraal geslachtsverkeer’). De man hoeft absoluut niet te denken dat het hem op een ander moment, onder gunstiger omstandigheden, ook niet zal lukken om een erectie te krijgen.

Sommige mannen zijn echter zo onzeker dat zij faalangst krijgen. Anderen eisen weer te veel van zichzelf en beginnen hun responsen uit te testen, waarmee zij ieder seksueel contact tot een soort ‘er op of er onder’ gevecht maken. Weer anderen proberen zich eerst ‘moed in te drinken’. Al deze manoeuvres zijn natuurlijk gedoemd te mislukken en maken van iets dat eerst een incidenteel probleem was een chronische toestand. Hetzelfde lot kan de man wachten die altijd lang voor zijn partner klaarkomt. (Zie voor details ‘Ongewenste timing van het orgasme’, hieronder). Ook zijn er mannen die zich emotioneel niet van hun dominerende vader en/of moeder kunnen losmaken, of mannen die zo puriteins zijn opgevoed, dat ze met hun seksuele gevoelens geen raad weten. Verder zijn er mannen met coïtusproblemen vanwege onverwerkte homoseksuele gevoelens, of mannen die bang zijn wegens gebrek aan seksuele ervaring. Al deze mannen kunnen uiteindelijk een moment krijgen dat ze geen erectie meer kunnen krijgen of houden. Als regel geldt dat, zodra het regelmatig meer dan één op de vier keer mislukt, er sprake is van een probleem dat ernstig genoeg is om te worden behandeld.

Met therapieën zoals ontwikkeld door Masters & Johnson lukt het meestal wel om de normale seksuele reacties bij een man weer te herstellen. Het welslagen van de therapie hangt echter grotendeels af van de medewerking van de partner. De vrouw van een man die regelmatig niet kan vrijen omdat hij geen erectie krijgt is ongetwijfeld ook negatief beïnvloed, en daarom moet de hele seksuele relatie behandeld worden. De eerste stap bij behandeling is gewoonlijk de seksuele heropvoeding van het paar. Zij moeten bijvoorbeeld eens en voor altijd weten dat een erectie een respons is waar de wil geen invloed op kan uitoefenen. Geen man kan een erectie willen; hij kan het alleen laten gebeuren. Wel kan hij zeker zijn dat de erectie komt als er tussen hem en zijn partner een bepaalde seksuele wisselwerking is, als hij tenminste ontspannen genoeg is. Angst en bezorgdheid zullen zijn reacties blokkeren. Natuurlijk moet ook worden doorgesproken hoe het eigenlijk kómt dat men bang is, en als een of beide partners negatieve of onrealistische ideeën hebben over sex in het algemeen, moet daar iets aan worden gedaan. Maar ook de niet-seksuele kanten van de relatie moeten bekeken worden. Het is uiteindelijk de totale onderlinge communicatie tussen man en vrouw die de relatie tot een gelukkige moet maken.

Om die communicatie te bevorderen hebben sex- therapeuten wat eenvoudige oefeningen ontworpen die men samen in de privacy van de slaapkamer kan doen. Om te beginnen moeten zowel man als vrouw genot leren geven en ontvangen, gewoon door eikaars lichaam aan te raken. In dat stadium is de coïtus verboden en mag men ook niet op een andere manier proberen klaar te komen. In plaats daarvan moet men het elkaar met zachte strelingen en liefkozingen zoveel mogelijk naar de zin maken. Ook wordt verteld hoe men het nog prettiger kan maken door langzaam eikaars hand te leiden. Dikwijls wordt aanbevolen bij het strelen een bodylo- tion te gebruiken. Maar het gaat niet om een bepaald gebied in het bijzonder, er is geen enkel doel en daarom ook geen enkele prestatiedwang. Als men elkaar op deze manier een aantal keren gestreeld heeft, ontspant men gewoonlijk, verliest men zijn valse schaamte en laat men zich gewoon door zijn seksuele gevoelens meeslepen.

Na een paar dagen oefenen kan men zich bij het strelen meer op de geslachtsdelen en de borsten van de vrouw gaan concentreren. Ook hierbij kan het weer erg nuttig zijn om eikaars handen te leiden. Men moet elkaar laten weten hoe men het liefst gemasturbeerd wordt en vooral de man moet de vrouw vertellen hoe zij zijn penis moet vasthouden en strelen. Met dit soort openheid doen de partners elkaar veel plezier. Maar het coïtusverbod en het verbod om klaar te komen dat de therapeut heeft opgelegd blijft nog steeds van kracht. Zodra de penis stijf wordt houdt men even op met spelen tot hij weer slap is. Dan kan de man zich weer laten masturberen. Krijgt hij opnieuw een erectie dan moet hij ook die kwijtraken - en dit alles wordt een paar keer herhaald. Dit simpele ‘plagen’ van de penis dient uitsluitend om de man te laten weten dat het helemaal niet erg is om een erectie te verliezen, want dat hij hem altijd weer terug kan krijgen. Ongeveer een week later, als de man zijn faalangst overwonnen heeft en weer wat vertrouwen in zijn reacties is gaan krijgen, kan men op een rustige, niet veeleisende manier een coïtus gaan proberen. Ook nu weer is het de vrouw die het initiatief neemt. Terwijl de man passief op zijn rug blijft liggen, zit zij op hem en masturbeert hem tot hij een erectie heeft. Vervolgens laat zij zich boven de penis zakken en steekt hem in haar vagina. Na dat gedaan te hebben blijft zij even rustig zitten, zodat de man aan het gevoel dat hij in haar is, kan wennen. Enkele minuten later begint zij langzaam te bewegen, waarmee zij de penis prikkelt en zorgt dat deze stijf blijft. Wordt de penis toch slap dan komt zij alleen maar overeind en masturbeert hem tot hij weer stijf is. Maar doorgaans houdt de man zijn erectie wel, vooral als de vrouw snelle en onstuimige bewegingen vermijdt.

Na verloop van tijd kan het initiatief gedeeltelijk door de man worden overgenomen. Dat wil zeggen, de vrouw blijft op haar partner en zij is nog steeds degene die zijn penis in haar vagina brengt, maar na enige tijd staakt zij haar zacht op en neer bewegen en laat de man zelf voor- en achteruit bewegen. Het voorschrift om geen orgasme te willen blijft voor beide partners echter van kracht. Krijgt een van beiden toch een orgasme dan moet men dat als een prettige verrassing zien. Heeft men zich eenmaal op deze manier leren ontspannen, dan is men dikwijls ook heel verbaasd dat de penis in de vagina net zo lang stijf kan blijven als men wil. Tenslotte, als het zelfvertrouwen helemaal herwonnen is, zijn beide partners bereid om van elke coïtus iets te maken en ook met andere houdingen te experimenteren.

Ongewenste timing van het orgasme Masturberen en vrijen horen tot de prettigste dingen van het leven en daarom is het de gewoonste zaak van de wereld dat men het zo vaak mogelijk probeert te doen. Het is ook begrijpelijk dat men het zo lang mogelijk wil laten duren.

Wat dat laatste betreft zijn vrouwen in het voordeel. Een vrouw kan in korte tijd meerdere malen achtereen klaarkomen en kan dus blijven vrijen zolang haar partner het volhoudt. Een man daarentegen kan meestal maar één orgasme per keer krijgen - daarna heeft zijn lichaam rust nodig. (Zie ‘De mannelijke seksuele respons’ en ‘De vrouwelijke seksuele respons’). Met andere woorden, mannen die lang willen vrijen moeten hun orgasme proberen uit te stellen, vrouwen hoeven dat niet.

Jongere mannen maken zich meestal weinig druk om dat uitstellen, zij kunnen vaak nog meerdere orgasmes na elkaar krijgen. Opgroeiende jongens onder elkaar houden zelfs weleens wedstrijden in het masturberen om te zien wie van de groep het eerst klaarkomt. De ‘winnaar’ van zo’n wedstrijd wordt doorgaans zeer bewonderd en om zijn mannelijkheid benijd. Pas later, als de jongens met een meisje naar bed wil, verandert de snelheid van zijn seksuele respons plotseling in een nadeel. Hij komt dan veel sneller klaar dan zij, zodat zij niet bevredigd is. Als dat gebeurt kan de jongen ernstig aan zijn seksuele prestaties gaan twijfelen, Soms loopt het er op uit dat hij in aanwezigheid van het meisje geen erectie meer kan krijgen.

Gelukkig is dit probleem vrijwel altijd op te lossen, tenminste als beide partners bereid zijn mee te werken. Vaak helpt het al veel als zij de zaak wat nuchterder gaan bekijken.

Om te beginnen is het feit dat de man eerder klaarkomt dan de vrouw op zichzelf nog geen reden om met vrijen op te houden. Hij hoeft alleen maar over te stappen op een andere manier van seksueel prikkelen. Als hij geen erectie heeft kan hij zijn handen of zijn mond gebruiken om de vrouw een orgasme te laten krijgen. (Zie ‘Manueel geslachtsverkeer’ en ‘Oraal geslachtsverkeer’). Als de partners eenmaal weten dat het ‘te vroege’ orgasme van de man niet hoeft in te houden dat de vrouw het dan maar zonder moet doen, zal een groot deel van de angst en frustratie al verdwenen zijn.

Ten tweede moet men beseffen dat het kunnen timen van een orgasme natuurlijk een kwestie is van oefening en ervaring. Mannen die in hun adolescentie veel masturbeerden leerden zichzelf vaak hun orgasme uit te stellen door hun bewegingen even te stoppen of te vertragen. Meisjes kunnen bij masturberen juist snel leren klaarkomen. Men moet zijn seksuele responsen eerst goed leren kennen alvorens men er een beetje mee kan gaan spelen.

Tenslotte nog dit: bij mensen die alleen zijn is een orgasme nooit slecht getimed. Het probleem doet zich alleen met betrekking tot een partner voor en heeft daarom ook altijd twee kanten: 1. ‘Het orgasme van de man komt te snel’, of 2. ‘Het orgasme van de vrouw komt te laat’. Een vrouw kan van oordeel zijn dat het orgasme van haar partner niet goed getimed is omdat hij altijd een paar minuten eerder klaarkomt dan zijzelf. Maar het kan best zijn dat diezelfde man een andere vrouw met een snellere respons prima kan bevredigen. (Zie ook ‘Seksueel onvermogen bij de vrouw’).

Al deze punten leiden maar tot één conclusie: het timen van orgasmes is in wezen een kwestie van wederzijds aanpassen en in veel gevallen is het de vrouw die er veel aan kan doen. Een vrouw moet in ieder geval weten dat met haar hulp vrijwel iedere man zijn orgasme net zo lang kan leren uitstellen als zij beiden willen.

In de afgelopen jaren hebben sextherapeuten wat eenvoudige oefeningen bedacht waarmee men kan leren een seksueel contact langer te laten duren. Mensen met zeer grote frustraties en aanpassingsmoeilijkheden hebben bij het leren van deze oefeningen soms hulp van een deskundige nodig. Maar veel mensen kunnen het zichzelf leren, en wel op de volgende manier: de man ligt op zijn rug met zijn benen wijd. De vrouw zit tussen zijn benen, haar voeten aan weerskanten van zijn romp. In deze houding heeft zij met de geslachtsdelen van de man vrij spel. Met behulp van een bodylotion of een geschikt glijmiddel gaat zij dan zachtjes de penis strelen, tot deze in erectie komt. De man blijft bij dit alles volkomen ontspannen en passief en de vrouw gaat door met masturberen tot hij tegen een orgasme aan is. (Om dit goed te kunnen doen moet zij de man eerst vragen in welk tempo en hoe stevig hij het liefst gemasturbeerd wordt. Sommige mannen raken snel opgewonden door langzame, stevige handbewegingen; anderen hebben liever lichte, snelle bewegingen. Ook kan de man, naarmate hij meer opgewonden raakt, een ritmewisseling willen. Elkaar vrijuit en duidelijk vertellen hoe en wat, is daarom van essentieel belang). Als de man bijna op het punt is dat hij een orgasme niet meer kan tegenhouden, geeft hij de vrouw een teken dat zij moet ‘knijpen’. Gedurende 4 á 6 seconden knijpt zij dan stevig in de penis, haar duim vlak onder de glans aan de onderkant, en haar wijs- en middelvinger vlak boven en onder de rand van de glans aan de bovenkant van de penis (zie foto op bladzijde 195). Zij hoeft niet bang te zijn de penis te bezeren, want deze is in stijve toestand tamelijk gevoelloos. Heeft de man toch bezwaar tegen dit harde knijpen dan kan de vrouw het wat zachter doen, maar in dat geval wel langer, in totaal 8 á 15 seconden. In beide gevallen is het effect gelijk: de ejaculatie blijft uit en de man begint zijn erectie te verliezen. Als de penis weer slap geworden is herhaalt de vrouw het strelen en knijpen nog een keer of drie, vier, en iedere keer brengt zij de man tot tegen het orgasme aan; zij houdt het echter steeds net tegen door haar vingers om de rand van de glans te drukken. In totaal wordt deze oefening nog bij tenminste twee andere gelegenheden herhaald. Na deze knijptechniek een keer of drie, vier te hebben geoefend, begint het paar aan de volgende fase. Deze verloopt als volgt: de vrouw begint met de gewone knijpoefening. Maar na de eerste keer knijpen, als de man zijn erectie begint te verliezen, buigt zij voorover en stopt de penis in haar vagina. Hierbij zit ze bovenop de man, die volkomen passief op zijn rug blijft liggen. Vervolgens blijft zij even stil zitten om hem te laten wennen aan het gevoel dat hij in haar is. Na enkele minuten begint zij langzaam te bewegen, zodat hij een erectie krijgt. Als hij voelt dat hij bijna klaarkomt geeft hij haar het signaal en gaat zij van de penis af, pakt de penis en knijpt als tevoren. Als hij zijn erectie verliest stopt zij de penis opnieuw in haar vagina en herhaalt de oefening. Deze tweede oefening moet ook een paar keer en tenminste bij drie verschillende gelegenheden worden herhaald. Als men deze technieken beheerst moet men ze wel regelmatig blijven oefenen, net zolang tot men zelf denkt dat men het timen van het orgasme van de man onder controle heeft. De eerste paar weken doet de vrouw er goed aan om bij de coïtus op de man te blijven zitten, terwijl de man op zijn rug blijft liggen. Mocht het dan toch een keer misgaan dan kan men gewoon weer even de eerste knijpoefeningen doen. (De knijptechniek werkt niet altijd als de man het zelf doet).

Sommige sextherapeuten zijn van oordeel dat de man noch de vrouw bij deze oefeningen op volledige seksuele bevrediging uit moeten zijn. Anderen vinden dat de man aan het eind van de oefeningen één keer klaar mag komen, als het geheel tenminste makkelijk gaat. Het welslagen van deze oefeningen hangt helemaal af van de sfeer waarin zij zich afspelen. Men moet volledig ontspannen zijn en er mag totaal geen prestatiedwang zijn. Aan de University of California School of Medicine in San Francisco is een andere methode ontwikkeld waarmee mannen hun orgasme kunnen leren uitstellen. Bij deze methode is men niet van de ‘knijptechniek’ afhankelijk, maar leert de man zijn orgasme een kwartier lang tegen te houden terwijl hij zichzelf masturbeert (eerst zonder en vervolgens met een glijmiddel). Heeft hij dit eerste gedeelte onder controle, dan laat hij zich door zijn partner masturberen (ook weer eerst zonder en dan met een glijmiddel), tot hij zijn orgasme een kwartier kan tegenhouden. Daarna kan het paar overgaan op de hierboven beschreven eenvoudige coïtusvormen. Het ‘knijpen’ kan dan eventueel achterwege blijven. De man oefent net zo lang tot hij het in alle situaties een kwartier volhoudt. Deze techniek is niet spectaculair, maar schijnt wel doeltreffend te zijn.

Anorgasmie

Vrijwel iedere man die een erectie kan krijgen, heeft ook het vermogen tot een orgasme. Dat wil zeggen, in tegenstelling tot veel vrouwen die problemen hebben met het verder komen dan de plateaufase, kan de man er doorgaans vanuit gaan dat hij de cyclus van zijn seksuele respons helemaal af zal maken. (Zie ‘De mannelijke seksuele respons’ en ‘De vrouwelijke seksuele respons’). Maar een enkele maal komt het voor dat een man alleen met masturberen of met een zeer speciale vorm van seksueel contact kan klaarkomen. Sommige mannen kunnen bijvoorbeeld niet met hun penis in de vagina of in de mond van een vrouw klaarkomen. Voor een vrouw die graag zwanger wil worden of die het prettig vindt om een man in haar mond klaar te laten komen, is dat natuurlijk niet erg prettig. Met het volhouden van zijn erectie heeft haar partner geen probleem, maar hij krijgt pas een orgasme (en dus ook een zaadlozing) nadat hij teruggetrokken heeft of helemaal niet meer bij de vrouw in de buurt is. Deze merkwaardige situatie wordt natuurlijk veroorzaakt door een of andere mentale of emotionele blokkade, die maakt dat de man zich niet op het gewenste moment kan laten gaan. Misschien heeft hij een overweldigende, irrationele angst om de vrouw zwanger te maken, of heeft hij zo’n hekel aan haar dat hij er genoegen in schept haar te frustreren. Of misschien is zo’n man het slachtoffer van een traumatische jeugdervaring. Zo kan een jongen die voor masturberen of een ‘natte droom’ door zijn ouders is gestraft, later bij de coïtus niet meer in staat blijken klaar te komen. In weer andere gevallen wordt het falen veroorzaakt op latere leeftijd, door bijvoorbeeld een onaangename seksuele ervaring met een vrouw met een onfrisse mond of vagina. Maar zulke psychologische verklaringen hoeven niet te kloppen, dan blijft de oorzaak voor het verschijnsel duister. Dit probleem is, net als andere seksuele functiestoornissen, alleen op te lossen wanneer de partners niets van elkaar eisen, hun wensen, verlangens en angsten openlijk met elkaar bespreken en de juiste oefeningen doen. Als het een vrouw bijvoorbeeld lukt om de man geleidelijk tot een orgasme te masturberen, heeft zij een kans zijn fobie-achti- ge gedragspatroon te doorbreken. Als hij zijn seksuele bevrediging met haar aanwezigheid in verband gaat brengen, zal het hem later misschien lukken om dichtbij of misschien zelfs in haar lichaam klaar te komen. Ook hierbij is het weer enorm belangrijk dat men genoegen leert scheppen in niet-coïtale vormen van sex en daarmee volledig op zijn gemak leert zijn. In sommige gevallen zal professionele sextherapie nodig blijken te zijn. Overigens heeft niet iedereen die met een dergelijk probleem te maken krijgt behoefte aan therapie. Een man die alleen maar niet in de vagina of de mond van een vrouw klaar kan komen, kan haar nog wel bevredigen. En als zij bevredigd is kan hij zorgen dat hij zelf met masturberen of op een andere manier zijn orgasme krijgt. Zo kunnen beide partners met hun seksuele relatie tevreden zijn; en over anticonceptie hoeven zij zich nooit zorgen te maken. Als zij een kind willen kunnen zij nog altijd hun toevlucht nemen tot kunstmatige inseminatie. (Zie ‘Onvruchtbaarheid’).

Door sommige godsdienstige groeperingen werd de man vroeger aangespoord om zonder ejaculatie de liefde te bedrijven. Dit soort coïtus (ook wel karezza of coïtus reservatus genoemd, moest uren duren en zou bevorderlijk zijn voor de geestelijke groei van het paar. Voor moderne mensen in de Westerse wereld is deze techniek, die onder meer met meditatie verband houdt, maar zeer zelden aantrekkelijk of van betekenis.

Seksueel onvermogen bij de vrouw

Er is een tijd geweest waarin alle seksuele dysfuncties bij de vrouw werden afgedaan met één woord: frigiditeit (letterlijk: koudheid of kilheid, van het Latijnse frigidus: koud, koel). Nu weten we dat dit vage, denigrerende woord niet langer acceptabel is. Want niet alleen de mannelijke en vrouwelijke seksuele responsen zijn vrijwel identiek, hun seksuele functiestoornissen zijn het ook. Er is daarom behoefte aan een terminologie die voor beide seksen te gebruiken is.

Uit modern seksuologisch onderzoek is gebleken dat zowel de mannelijke als de vrouwelijke seksuele respons op drie manieren onvoldoende kan zijn:

1.  De coïtus kan niet beginnen omdat de noodzakelijke beginreactie in de geslachtsorganen ontbreekt (gebrek aan opwinding bij beide seksen en vaginisme bij de vrouw).

2.   De coïtus is frustrerend omdat een of beide partners van oordeel zijn dat het orgasme hetzij te vroeg hetzij te laat komt (ongewenste timing van het orgasme).

3.   Het orgasme blijft volledig uit (anorgasmie).

Gebrek aan opwinding en vaginisme Het fysiologisch equivalent van het niet stijf worden van de penis bij de man is het niet vochtig worden van de vagina bij de vrouw. Voor een vrouw is deze situatie echter minder vervelend dan voor een man, want ook een glijmiddel kan dienst doen. Dus, anders dan een man met een slappe penis, kan een vrouw met een niet vochtige vagina toch met een coïtus beginnen als ze dat wil. Maar, net als bij mannen kan zich ook bij vrouwen een situatie voordoen waarin coïtus niet mogelijk is.

Bij sommige vrouwen is de coïtus niet mogelijk vanwege spontane kramp van de spieren die de vaginaalopening afsluiten. Het gevolg is dat de penis van de man niet of vrijwel niet in de vagina kan. Deze aandoening heet vaginisme. Een hoogst enkele maal ontstaat vaginisme als een beschermende reactie op eerdere tijdens het vrijen ervaren pijn, die weer het gevolg was van inwendig letsel of een aandoening van de inwendige geslachtsorganen. In zo’n geval moet natuurlijk de fysieke oorzaak worden behandeld. (Zie ‘Pijn tijdens geslachtsverkeer’).

De oorzaken van vaginisme zijn echter heel vaak van psychische aard. Bijvoorbeeld, de vrouw van een man die geen erectie kan krijgen of houden, kan zich zijn vruchteloze pogingen tot vrijen zo sterk gaan aantrekken dat haar vagina zich vanzelf samentrekt. Daarentegen houdt zelfs een man met een normale seksuele respons tenslotte op normaal te functioneren als de vagina van zijn partner altijd zo sterk is samengetrokken dat hij niet naar binnen kan. En zo kunnen twee mensen in een vicieuze cirkel terechtkomen waarin zij elkaar iedere keer weer teleurstellen. Hoe het probleem begonnen is doet er dan niet veel meer toe. Zowel de man als de vrouw hebben hulp nodig. Een strenge, puriteinse opvoeding waarin een meisje is bijgebracht dat sex vies en slecht is, kan een andere oorzaak zijn voor vaginisme. Door zo’n negatieve houding kan zij zelfs helemaal ophouden seksueel te functioneren. In andere gevallen is het vaginisme van de vrouw terug te voeren tot een of andere traumatische belevenis, bijvoorbeeld een verkrachting, of een vrijpartij met een ongeschikte, agressieve partner. Als beide partners bereid zijn mee te werken is vaginisme vrijwel altijd voor behandeling vatbaar, wat de oorzaak ook is. De eerste en belangrijkste stap bij de behandeling is van educatieve aard. Een sextherapeut legt het verschijnsel uitvoerig uit en demonstreert het even door de vrouw op de onder- zoektafel te laten plaatsnemen. Zodra hij een vinger in haar vagina probeert te brengen krampt de opening volledig samen. Vervolgens wordt de partner van de vrouw gevraagd een plastic handschoen aan te doen en zelf te voelen hoe de vagina samentrekt. Zodra de partners hebben ingezien dat het inderdaad een duidelijk lichamelijk obstakel is dat een coïtus in de weg staat, kunnen zij er iets tegen gaan ondernemen. De therapeut geeft hun een aantal vaginasondes van verschillende grootte mee naar huis, waar zij rustig mee kunnen gaan werken. De vrouw geeft aanwijzingen hoe de man eerst de kleinste sonde in de vagina moet brengen. Naarmate zij zich meer gaat ontspannen kan hij dikkere sondes gaan gebruiken en na enkele dagen wordt van de vrouw gevraagd om ’s nachts een paar uur lang een vrij grote sonde in te houden. Na verloop van tijd kan de man proberen om in plaats van de sonde zijn penis in te brengen. Als de sondes iedere nacht worden gebruikt verdwijnen de krampen meestal in minder dan een week. Een hoogst enkele maal blijven de sondes ongeveer een maand lang nodig.

Doorgaans geeft de therapeut na een geslaagde lichamelijke behandeling nog wat psychologische adviezen. Dat is het meest geschikte moment om het vertrouwen van de partners verder op te bouwen en eventuele resten van spanning en misvatting uit de wereld te helpen.

Er wordt weleens gedacht dat vaginisme niet alleen vóór maar ook na het inbrengen van een penis kan voorkomen; de penis zou dus niet meer naar buiten kunnen. Maar dit komt bij mensen niet voor. Het bedoelde verschijnsel heet penis captivus (Latijn: gevangen penis) en wordt alleen gezien bij bepaalde diersoorten, bijvoorbeeld bij honden.

Ongewenste timing van het orgasme Er zijn vrouwen die veel meer tijd nodig hebben om tot een orgasme te komen dan een man. Zolang zulke vrouwen zich in hun eentje met sex bezighouden hoeven ze zich geen zorgen te maken. Pas bij het hebben van seksuele contacten merken zij dat ze in het nadeel zijn. Hun mannelijke partner kan zijn orgasme krijgen lang voordat zij zelf zover zijn en zij blijven vrijwel altijd onbevredigd.

Vroeger werd deze mislukking uitsluitend op rekening van de man geschoven. Tegenwoordig beseffen wij dat het nuttiger en realistischer is om het als een wederzijds aanpassingsprobleem te beschouwen. Met de juiste prikkeling kan de gemiddelde vrouw namelijk even snel reageren als de gemiddelde man. Veel vrouwen kunnen zichzelf met masturberen leren hoe zij hun seksuele respons moeten versnellen (Zie ‘De vrouwelijke seksuele respons’). Misschien zien zij daar echter helemaal het nut niet van in, vinden zij rustig vrijen veel prettiger dan een ‘orgasme-race’. Maar het is ook fijn om bij de coïtus meer dan één orgasme te hebben, en dit kan reden genoeg zijn om een betere seksuele aanpassing bij de partner te willen hebben.

Als beide partners voldoende gemotiveerd zijn is dat gelukkig haast altijd mogelijk. Moderne sextherapeuten hebben een paar oefeningen bedacht waarmee men het vrijen langer kan laten duren. Met behulp van deze oefeningen kan een vrouw iedere man zijn orgasme net zo lang leren uitstellen als beide partners wensen. Als gevolg van zijn verbeterde seksuele prestaties kan zij zelf ook beter reageren. Voor geen van beide seksen hoeft ongewenste timing van het orgasme een probleem te zijn. (De oefeningen worden uitvoerig beschreven in de paragraaf over hetzelfde onderwerp bij ‘Seksueel onvermogen bij de man’).

Vroeger werd gedacht dat men tegelijk moest klaarkomen wilde het in seksueel opzicht helemaal perfect zijn. Zo’n ideaal nastreven doet echter meer kwaad dan goed. Het dwingt de partners om voortdurend bedacht te zijn op de eigen reactie en doodt iedere spontaniteit. Het is beter om gelijktijdige orgasmes als toevalstreffers te zien. Ze als superieur beschouwen is volstrekt zinloos.

Anorgasmie

Terwijl haast iedere man gemakkelijk een orgasme krijgt, hebben veel vrouwen daar de grootste moeite mee. Dit kan tal van redenen hebben. De belangrijkste reden is echter ongetwijfeld de negatieve houding ten opzichte van sex die vrouwen in onze maatschappij wordt bijgebracht als ze nog jong zijn.

In onze westerse cultuur wordt meisjes niet geleerd seksuele behoeften te ontwikkelen, trots op zichzelf te zijn als mensen met een eigen seksualteit, en op te komen voor het recht op seksuele activiteit. Integendeel, van jongs af aan wordt meisjes bijgebracht dat zij ‘lief, ‘netjes’ en ‘fatsoenlijk’ moeten zijn; moeten zij hun seksuele impulsen beheersen en verbergen en wordt hun afgeleerd het eigen lichaam te onderzoeken. Er wat vage romantische fantasieën op nahouden is toegestaan, enige praktijkervaring opdoen met seksualiteit is verboden. Meisjes die wel wat ervaring op seksueel gebied blijken te willen opdoen, worden afgeschilderd als slecht. Ook worden meisjes gewaarschuwd tegen de lage, dierlijke instincten van mannen. Alle mannen ‘willen maar één ding’ en gebruiken of misbruiken vrouwen als ‘lustobject’. Dat vrouwen dezelfde instincten zouden kunnen hebben of op die instincten zouden kunnen ingaan, wordt nooit toegegeven.

Als gevolg van deze negatieve conditionering ontwikkelen vele vrouwen onrealistische en hoogst beperkte seksuele normen. Zij denken dat voor seksueel gedrag speciale toestemming nodig is en dat zij zichzelf die toestemming alleen in zeer speciale, haast ideale omstandigheden mogen geven. Jammer genoeg worden die ideale omstandigheden in het gewone leven meestal nooit gevonden, en daarom zijn deze vrouwen nooit ontspannen genoeg om volledig van hun seksuele vermogens te genieten.

Naast deze algemene handicap kunnen er natuurlijk ook nog persoonlijke redenen zijn waarom een vrouw geen orgasme kan krijgen. Misschien is zij opgevoed met streng godsdienstige ideeën over seksualiteit en kan zij er daarom niet van genieten. Of misschien heeft zij een partner waar zij niet genoeg om geeft en waarbij zij zich dus nooit helemaal ‘kan laten gaan’. Ook komt voor dat de partner zelf op de een of andere manier seksueel niet goed functioneert en daarom de vrouw bezorgd maakt of frustreert. Sommige vrouwen hebben lesbische neigingen en vinden heteroseksueel vrijen eigenlijk niet prettig, maar zouden met een vrouw als partner goed functioneren. En tenslotte moet nog met de mogelijkheid rekening worden gehouden dat sommige mensen gewoon niet erg in sex geïnteresseerd zijn.

Er zijn vrouwen die nog nooit een orgasme hebben gehad en er zijn vrouwen die slechts bij hoge uitzonderingen een orgasme krijgen. Met de juiste sextherapie zijn de meeste van deze vrouwen tegenwoordig te helpen. Tot dusver is de beste therapie die van Masters & Johnson gebleken. Met een korte, intensieve behandeling die bestaat uit een aantal intensieve gesprekken en indirect gecontroleerde oefeningen helpen zij anorgastische vrouwen, samen met hun partners. Doel van de gesprekken is de houding van de partners ten opzichte van sex en van elkaar te herstructureren. De oefeningen zijn speciaal bedoeld om de geremdheid van de natuurlijke seksuele responsen op te heffen.

Er gaat niets boven persoonlijke behandeling; en in dit boek kan niet een soort doe-het-zelf sexthera- piecursus worden gegeven. Maar om een algemene indruk te geven kunnen we een paar van de lichaamsoefeningen die therapeuten voor anorgastische vrouwen aanbevelen toch wel beschrijven.

De eerste oefening bestaat gewoon uit elkaar heel rustig aanraken en strelen. Hiermee ontdekt men de erogene zones bij zichzelf en krijgt men sensuele gevoelens zonder dat er iets gepresteerd hoeft te worden. Ter vergroting van het genot kunnen de partners bij het strelen zachtjes eikaars hand leiden. Verder wordt aangeraden een bodylotion of massage-olie te gebruiken. Hierdoor raakt de vrouw gemakkelijker het idee kwijt dat sex maar een ‘natte’, ‘plakkerige’ bedoening is.

Na deze oefeningen enkele dagen te hebben gedaan kan men zich op het prikkelen van de vrouwelijke geslachtsorganen gaan concentreren. De man kan hierbij het best direct achter de vrouw zitten, terwijl de vrouw haar benen over de dijbenen van de man spreidt. In deze houding kan de man de vrouw dicht tegen zich aan houden terwijl hij met haar borsten en vulva bezig is. De vrouw kan zo de handen van de man bovendien naar de plaatsen op haar lichaam leiden die haar de prettigste gevoelens geven. Tegelijkertijd kan zij hem leren dat hij Hever niet direct het gevoelige topje van de clitoris moet prikkelen, maar meer het hele gebied van de clitoris en de kleine schaamlippen (labia minora)in het algemeen. Als zij opgewonden raakt wordt haar vagina vanzelf vochtig. Om irritatie te voorkomen kan het vocht over het hele clitorisgebied worden uitgestreken. De partners mogen echter geen van beiden uit zijn op een orgasme. Zij moeten van hun seksuele gevoelens leren genieten en zich mee laten voeren door het plezier van het moment.

Zodra de partners deze eenvoudige oefeningen kunnen uitvoeren en ervan hebben leren genieten kunnen zij tot de volgende fase overgaan: coïtus met de vrouw boven. Dat wil zeggen dat de vrouw schrijlings boven de man gaat staan die passief op zijn rug ligt en zich vervolgens over de stijve penis laat zakken. Maar zodra de penis zich in haar vagina bevindt moet zij even bewegingloos blijven zitten, om aan het gevoel te wennen. Enkele minuten later begint zij heel langzaam te bewegen zonder iets anders te willen dan alleen maar genieten van het prettige gevoel. Na verloop van tijd kan de man op haar bewegingen gaan reageren met wat langzame bewegingen van zijn eigen onderlijf. Maar men mag vooral geen orgasme willen hebben, alleen maar genieten van het gevoel om wat het is. Als men toch klaarkomt moet dat alleen maar als een prettige verrassing worden gezien.

Als dit soort coïtus te inspannend wordt, doet het paar er goed aan om even in eikaars armen te ontspannen. Met wat strelen begint de opwinding opnieuw, waarna de penis weer kan worden ingebracht. Tenslotte, als zowel de man als de vrouw zich in seksueel opzicht hebben leren beheersen en volledig vertrouwd zijn geraakt met eikaars seksuele responsen, kunnen ze eens in zijhouding met elkaar proberen te vrijen. De overgang hiernaar vanuit de coïtus waarbij de vrouw zich op de man bevindt is heel eenvoudig; de man blijft op zijn rug liggen en trekt een knie op. De vrouw gaat gestrekt op hem liggen en steekt een been tussen de zijne. Vervolgens laat men zich naar opzij rollen.

Als al deze oefeningen goed worden uitgevoerd raakt de vrouw al dan niet na korte tijd haar remmingen kwijt en kan ook zij klaarkomen. Slechts in enkele gevallen is aanvullende therapie nodig. Soms wordt de seksuele respons bij de vrouw bijvoorbeeld belemmerd door een slappe, wijde vaginaalopening. Anders gezegd, de spieren in het lichaam van de vrouw rond de vagina functioneren zó slecht dat er niet genoeg wrijving is tussen penis en vaginawand. Soms voelen beide partners zelfs niet of de penis wel of niet is ingebracht.

De voornaamste spier die in dit geval krachtiger moet worden heet de pubococcygeus. Deze is te beschouwen als de hoofdspier van de gehele bek- kenbodem en loopt van vooraan, van het schaam- been, helemaal naar achteren, naar het stuitbeen, onder aan de wervelkolom. Enkele tientallen jaren geleden heeft de gynaecoloog Arnold Kegel een paar oefeningen voor met name deze spier ontworpen, die iedere vrouw altijd en overal kan doen. Natuurlijk moet zij eerst weten hoe zij deze spier kan vinden. Hiertoe gaat zij met haar benen zo wijd mogelijk op het toilet zitten. Als zij dan gaat plassen en de straal onderbreekt, merkt zij welke spier de pubococcygeus is, want dat is de enige spier die het plassen in deze situatie kán onderbreken.

DIVERSE VIBRATORS
In ons land worden uitsluitend vibratorsverkocht die op batterijen lopen.

Zodra zij weet om welke spier het gaat, kan de vrouw hem zo vaak zij wil even aanspannen. Zij spant hem bijvoorbeeld drie tot vijf maal daags een keer of tien achtereen, net zolang tot hij stevig genoeg is. Door het nauwere contact tussen penis en vagina wordt de coïtus voor beide partners veel aangenamer. Hoewel de vaginawand zelf nauwelijks of geen zenuwuiteinden bevat en dus gevoelloos is, bevatten de spieren om de vaginale ruimte deze zenuwuiteinden wel, en als die spieren sterk zijn geeft prikkeling ervan een prettig gevoel. Hoe het ook zij, iedere vrouw die iets van haar seksuele relaties wil maken zal graag haar vaginaalspieren willen kunnen beheersen.

Ook met behulp van een vibrator kan een vrouw haar seksuele reactievermogen groter maken. Er zijn verschillende types in de handel. Het goedkoopst (ongeveer ƒ 12,-), maar ook het minst effectief, is het op een batterij lopende penisvormige model. In Amerika kent men twee elektrische modellen die hier, naar het schijnt om redenen van produktieveiligheid, niet worden verkocht. Het ene is een in plastic vervat elektromotortje dat met de hand moet worden vastgehouden. Het heeft een vibrerende rubber nap. Het andere is een klein motortje dat met elastiek op de rug van de hand wordt bevestigd. Het trillen van de motor wordt zo door de hand zelf overgebracht.

De vrouw of haar partner plaatst de vibrator (of de vibrerende hand) op die plaatsen bij de vaginaalopening of de clitoris waar dit het het prettigste gevoel geeft. Als gevolg daarvan raakt zij meestal snel opgewonden en komt vlug klaar. Vrouwen die een vibrator gaan gebruiken moeten weten dat een

orgasme niet altijd gegarandeerd is. Maar bij vrouwen die ontspannen genoeg zijn is het effect vaak opmerkelijk goed.

[Sex Atlas] [Inhoud] [Wrd. voor. - bewerkers] [Inleiding] [I - Het mensel. lichaam] [II - Seksueel gedrag] [Ontwikkel. van gedrag] [Vormen van activiteit] [III - Seks. en maatsch.] [Literatuurlijst]